31. Rien Monshouwer

Dag Saskia,

hierbij wat korte verhalen. Om redenen die niet direct voor de hand liggen, schrijf ik op het moment vooral zeer korte verhalen. Misschien omdat de Wereld lijkt op en neer te hoppen tussen allerhande extremiteiten, en ik blijkbaar de behoefte voel daar op te reageren. Gisteren liet Karin mij kijken naar een volgende waarschuwende boodschap van Bernie Sanders, de linkse Amerikaan, waarbij hij voor de zoveelste keer waarschuwde, voor het ultra reactionaire en volkomen immorele beleid van Trump en consorten, wederom alleen om de Superrijken, waaronder vooral zichzelf, nog meer te bevoordelen.
Wat een moedige eenzame man, en wat een misselijk makende regering!


Met archeologische precisie doet iemand (een beeldend kunstenaar?) een poging sporen van een uitgewiste tekening terug te vinden.

Deze tekst staat geschreven op een tekening waarvan de oorspronkelijke tekening zorgvuldig weggegomd is. Maar, je blijft altijd sporen daarvan terugvinden.. De meest zichtbare zijn van een cirkel voorzien, en daarin is een kruis aangebracht, met een rood potlood. Als een archeoloog ben je aan het werk op deze ‘vindplaats’. Je kan natuurlijk tegenwerpen dat deze ‘vindplaats’ nooit bestaan heeft, of beter gezegd, alleen in het hoofd van de tekenaar. En dan heb je gelijk, maar het is een soort gelijk waar je niets mee kunt aanvangen. De tekenaar van zowel de ‘oorspronkelijke’ tekening als de eroverheen geplaatste tekst zal dat een worst wezen. Met dit soort particuliere opmerkingen kan hij niets. Ja, het werk stilleggen, maar dat doe je niet met een zojuist ontdekte opwindende ‘site’.

Ik heb in mijn jeugd overwogen om archeologie te gaan studeren, maar daar is het
nooit van gekomen. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat mijn interesse voor ‘verdwenen’ plekken daarmee verdwenen is. Een groot aantal kunstwerken uit mijn oeuvre hebben ‘de afwezigheid’ van iets als onderwerp. Dat kan een gebouw, een straat of zelfs een wijk zijn. Iemand sprak mij eens aan en vroeg mij naar een bepaalde straat, aan de noordkant van het Spui in Den Haag, mijn woonplaats. Hij was het Station Hollands Spoor uitgelopen, en goed gemutst richting Spui gelopen. Die wandeling had hem niet verontrust, veel was hetzelfde gebleven als in zijn verre jeugd. Het is beslist geen lange
wandeling naar het Spui. Eenmaal gearriveerd aan de noordkant van die eeuwenoude, monumentale  gracht (allang gedempt), had hij niets meer herkend. Hij zocht de Turfmarkt, de Zwarte Weg en de Schedeldoekshaven, maar alles zag er anders uit.
Hij herkende niets meer!
En, dat vond hij het ergste, zijn geboortehuis was verdwenen. Zijn commentaar was kenmerkend machteloos: ‘Ach, meneer, ze doen maar. Met jouw gevoelens houden ze toch geen rekening.’ ‘Tja, zo is het’, antwoordde ik om er vanaf te zijn, maar dat wil niet zeggen dat ik zijn ‘verdriet’ niet meevoelde.

In het boek ‘Congo een geschiedenis’ van David van Reybrouck staat het volgende verhaal: in Kinshasa vindt hij, in een oude, verlaten remise, een vier meter lang bronzen beeld van een man, hij ligt op z’n buik in een roestige boot. Het blijkt de sculptuur van Stanley te zijn, en hij ligt in de wegroestende boot waarmee hij de Congo bevaren heeft. Ooit stond dit beeld, fier op z’n sokkel, vanaf de heuvel van Ngaliema met z’n arm naar de Congo te wijzen.
But these days are gone!
Tja……… C’est la vie, hoor ik iemand zeggen.

Den Haag, 15 maart 2025


Columns van Rien Monshouwer & Saskia Monshouwer – schrijvers met dezelfde achternaam, maar we zijn geen familie. We zijn naamgenoten, ‘tocayo’ in het Spaans. Ik kom dat woord tegen in een brief van Vibeke Mascini, onderdeel van haar correspondentie met Ella Finer, gepubliceerd onder de titel Silent Whale Letters. Dat Rien en ik besloten hebben om te corresponderen, heeft te maken met onze voorkeuren. Rien is beeldend kunstenaar met een grote liefde voor literatuur. Ik ben een critica met een grote interesse in literatuur en beeldende kunst. Zijn wij de helicopter en de walvis van Vibeke Mascini? Zijn wij de paraplu en de schrijfmachine op de ontleedtafel? Welke frequentie gaat de bandbreedte van onze correspondentie bepalen?

top of page