Naderend Onheil, over De Dingen in de roman Nachsommer van Adalbert Stifter

Adalbert Stifter (Oberplan, 23 oktober 1805 — Linz, 28 januari 1868)

Es ist so wie Ihr gesagt habt, antwortete ich, mein Zweck ist soweit meine Kräfte reichen, wissenschaftliche Bestrebungen zu verfolgen, und nebenbei, was ich auch nicht für unwichtig halte, das Leben in der freie Natur zu genießen.

Het is precies zoals u zei, antwoordde ik, het is mijn doel om zover mijn krachten rijken wetenschappelijke aspiraties na te jagen, en tegelijkertijd, wat ik ook niet onbelangrijk acht, te genieten van het leven in de vrije natuur.

Adalbert Stifter, Der Nachsommer
Albatros Verlag, Düsseldorf (2007)

Naderend Onheil, of die ‘sanften Wolken eines Gewitters’
Over de functie van ‘De Dingen’ in de roman “Nachsommer” van Adalbert Stifter
De roman Nachsommer van Adabert Stifter is een van de meest merkwaardige boeken die ik ooit heb gelezen. In deze uitvoerige naturalistische roman verlaat een jongeman het ouderlijk huis. Hij wandelt door de bergen en komt bij een Herenboerderij (Meierhof) met een wand vol rozen terecht waar hij een heer ontmoet die hem in het leven en de wetenschappen (alle wetenschappen (sic!) zoals, de geografie, de natuurwetenschap, de geschiedwetenschap, de restauratiekunde, en de beeldende kunst) zal inleiden. De jongeman wordt verliefd op de dochter en zal meer dan vijfhonderd pagina’s met uitvoerige landschappelijke beschrijvingen later formeel met haar trouwen. Wat er precies zo merkwaardig is aan het verhaal is moeilijk te beschrijven. Het heeft iets te maken met de nagestreefde perfectie die onheilspellend is, met de gehanteerde taal en de stijl. Misschien heeft het ook iets te maken met het gegeven dat de perfectie van de door hem geschetste wereld in deze sleutelroman haaks op zijn levensgeschiedenis staat.

Ik ben niet de enige die door dit boek gefascineerd is.
‘Stifters Dinge’ is een recente productie van de Duitse componist Heiner Goebels. Tegen een achtergrond van videobeelden citeert een spreekstem uit het boek. De voorstelling ging in 2007 in Zwitserland in premier.
Thomas Bernard ooit groot bewonderaar van Stifter, keert zich in ‘Alte Meister’ tegen hem. Uit het hier bijgevoegde citaat blijkt dat zijn afkeer iets te maken heeft met een valse ‘duurzaamheidsinterpretatie’.
Tot slot schreef de Duitse auteur Arnold Stadler in 2005 naar aanleiding van de 200ste gebeoortedag van Stifter het boek ‘Mein Stifter, Portrait eines Selbstmörders in spe und fünf Photographien’, Dumont Literatur und Kunst, Köln (2005). Ik ben geen fan van Stadlers schrijverij, maar deel zijn fascinatie de ambiguïteit van Stifters oeuvre en leven.
de schommel
Jean-Honoré Fragonard, De schommel, L’Escarpolette,
of Les Hasards Heureux de l’Escarpolette, 1767, Frankrijk

Zeger Reyers 'leisure' On the Beach
Zeger Reijers, Leisure / on the beach, 2014: Haperende Mens, Arti et Amicitiae, Amsterdam 2014

Es ist gar nicht so unverständlich, daß jetzt wo das Wort Wald und das Wort Waldsterben so in Mode gekommen sind und überhaupt der Begriff Wald der am meisten gebrauchte und mißbrauchte ist, der Hochwald von Stifter so viel gekauft wird, wie noch nie. Die Sehnsucht der Menschen ist heute, wie nie zuvor, die Natur und da alle glauben Stifter habe die Natur beschrieben, laufen sie alle zu Stifter.

Het is verre van onbegrijpelijk dat nu, nu het woord bos en de term stervende bossen zo in de mode geraakt zijn en in het algemeen het begrip bos het meest gebruikte en misbruikte is, Hochwald van Stifter meer gekocht wordt dan ooit. Het verlangen van de mensen geldt nu, als nooit te voren, de natuur en omdat iedereen gelooft dat Stifter de natuur beschreven heeft, lopen ze allemaal naar Stifter.

Thomas Bernhard, Alte Meister, Komödie
Suhrkamp Verlag, Franfurt a.M. 1985 (Erste Auflage, 1993)

top of page