30. saskia monshouwer

Amsterdam 10 juni 2023

Lieve Rien,

Ik wou nog even terug komen op J.G. Ballard. Waarom lees ik science fiction?  In dit geval werd ik getriggerd door een essay van de Belgische theatermaker Mats Vandroogenbroeck in nr. 191 van Deus ex Machina; Ecogothic. Ik was gecharmeerd door de titel van Vandroogenbroecks stuk: Baroquealyps Now.

Vervolgens werd ik nieuwsgierig naar de beschrijvingen van de drie apocalyptische werelden die in het stuk worden genoemd: de moeraswereld van The drowened Word dat zich in Londen afspeelt – ligt naast m’n bed, nog geen letter in gelezen – , de droogte van The Burning World (The Drought) en het ijzige The Cristal World.

Vandroogenbroeck laat zien dat er bij Ballard sprake is van een andere natuuropvatting dan in eerdere negentiende-eeuwse gothic romans zoals Frankenstein. Het essay begint met een citaat van deze roman van Mary Shelly. Om dan te laten zien dat in de science fiction van Ballard nergens sprake is van een tweedeling tussen natuur en cultuur. Geen concurrentiestrijd tussen mens en natuur; geen sprake van dat de mens de natuur ontkent en zich er boven plaatst, nee. Er is geen ontsnappen aan het natuurgeweld en de held (of anti-held) in o.a. The Cristal World is dat Dr. Sanders, geeft zich uiteindelijk gewoon gewonnen. Hij accepteert wat hij meemaakt en ziet.

Dr. Sanders is in het verhaal op zoek naar een oude liefde, een nieuw lief aan zijn zijde. Er zijn verwikkelingen. Er worden ‘’muilperen’ uitgedeeld. Het verhaal speelt zich af in Oeganda en daarom bevat het boek helaas ook veel clichés over de bevolking – ik moest aan het essay van Chinua Achebe denken waarin hij Conrads Heart of Darkness aanklaagt. Maar alles kristalliseert en Sanders begrijpt dat overgave de enige oplossing is. Hij laat de natuur begaan, geeft zich over aan het geheimzinnige proces waarin de levende groene, warme, waterige wereld verandert in een grote, stille en schitterende coulisse.

Het was die merkwaardige overgave die me verleidde om een parallel te zien met de korte film Baroque Statues (1972) van Maria Lassnig. Dansers in gewaden van gordijnstof vol Franse lelies of iets dergelijks tuimelen een kerk in; kijken schuin omhoog naar de barokke heiligen op het altaar. Overgave, extase, de hemel in.

Ik kom terug op het boek omdat ik enkele regels wil citeren uit de brief van Dr. Sanders waar het eerste hoofdstuk Mirrors and Assasins van het tweede deel The illuminated Man mee begint. Er is voor mij iets aantrekkelijks in de beschrijving van een bijna definitieve stilstand die – dat is de vage hoop – toch nog geen definitief einde betekend.

-But what most surprised me, Paul, was the extent to which I was prepared for the transformation of the forest-the crystalline trees hanging like icons in those luminous caverns, the jeweled casements of the leaves overhead, fused in into a lattice of prims, through with the sun shone in a thousand rainbows, the birds and crocodiles frozen into grotesque postures like heraldic beasts carved from jade and quartz-what was really remarkable was the extent to which I accepted these wonders as part of the natural order of things, part of the inward patterns of the universe. […]

Here we have always associated movement with life and the passage of time, but from my experience within the forest near Mont Royal I know that all motion inevitably to death, and that time is its servant. […]

It is perhaps, our unique achievement as lords of this creation to have brought about the separation of time and space. We alone have given to each a separate value, a distinct measure of their own which now define and bind us like the length and breaths of a coffin.

Stilstand. Overgave. (Het gegoochel met ruimte en tijd laat ik even voor wat het is.) Dood – en het ontsnappen daaraan, aan de onrust van de tijd, aan de angst. Een goede vriend van mij met wie ik over mijn verbazing spreek, antwoordt: bedenk dat de schrijvers en kunstenaars in die dagen meestal wel iets gebruikt hadden. Hij refereert aan een trip. Dergelijke ervaringen heb je dan vaak.

Ik kijk hem aan. Zou hij gelijk hebben? Ik verbaas me altijd over deze dingen, omdat ik mij verlangens en de behoefte aan overgave en stilstand ook kan voorstellen zonder het gebruik van stimulerende middelen. Ik durf daar niet aan te beginnen, hoewel ik wel begrijp dat je, als je maar voldoende ellende hebt meegemaakt, soms wel aan de werkelijkheid wilt ontsnappen.

Ontsnappen. Is dat niet de crux van de beschrijving van Ballard? Ontsnappen aan datgene waar je het aller-aller-bangst voor bent. En dan gewoon niet meer rennen, maar je laten overspoelen door de golf. Welke golf? Nou precies die dus. Die golf, en dan blijkt alles toch heel anders te zijn dan je verwachtte, namelijk stil. Heel stil. Geen enkele beweging meer. Niks. Rust en mooi. Eindelijk geen angst meer, geen rotzooi in je hoofd.

Is dit een doemscenario of juist niet? Ik begrijp die fascinatie van Vandendroogenbroeck wel.

Met lieve groet, Saskia


Columns van Rien Monshouwer & Saskia Monshouwer – schrijvers met dezelfde achternaam, maar we zijn geen familie. We zijn naamgenoten, ‘tocayo’ in het Spaans. Ik kom dat woord tegen in een brief van Vibeke Mascini, onderdeel van haar correspondentie met Ella Finer, gepubliceerd onder de titel Silent Whale Letters. Dat Rien en ik besloten hebben om te corresponderen, heeft te maken met onze voorkeuren. Rien is beeldend kunstenaar met een grote liefde voor literatuur. Ik ben een critica met een grote interesse in literatuur en beeldende kunst. Zijn wij de helicopter en de walvis van Vibeke Mascini? Zijn wij de paraplu en de schrijfmachine op de ontleedtafel? Welke frequentie gaat de bandbreedte van onze correspondentie bepalen?

top of page