Toe-eigening heeft een janus-kop. Zonder het enthousiasme van de kunstenaars zou de schoonheid van veel objecten niet gezien zijn, zouden de objecten in de musea niet meer zijn geweest dan wetenschappelijke objecten en trofeeën. Maar door de toe-eigening zijn evenzeer aspecten in het duister verloren geraakt. Emile Nolde gaat naar Nieuw Guinea maar aan zijn werken kan je niet zien wat hij van de mensen vond. In tegendeel, de ‘mooie’ vrij letterlijke tekeningen, lijden af van zijn meningen en van wat anderen op het eiland deden. Het enthousiasme van Kirchner voor objecten uit Afrika, komt niet ten gunste van aandacht voor de situatie van mensen in bijvoorbeeld het variete. De entree van exotische kleuren en vormen, leidt niet tot kennis van het koloniale systeem, en de manier waarop overheden zich economisch vestigen en hun belangen verdedigen. Door de asymmetrie van de verhouding, economisch, sociaal politiek, blijft een groot deel van het leven van de ander uit zicht. Nieuwsgierigheid en ontmoetingen zijn noodzakelijk voor het ontwikkelen van cultuur, maar gelijkwaardigheid is nodig om van toe-eigening een positieve ervaring te maken.
Category: recensies
Deze zomer maakte Robin Waart twee tentoonstellingen en een Boek. Als ik nadenk over zijn werk kom ik op twee woorden: radicaal en genereus. Deze woorden tellen op bij de twee woorden die ik voor zijn boek gebruik: ongebreideld en gekaderd. Al verzamelend werkt Waart aan een bijzonder en sterk ouevre.
Eigenlijk kan ik me niet herinneren waar en wanneer ik het boekje ‘Aristoteles’ Over kleuren kocht. Het is in ieder geval in 2000 bij Damon verschenen en ik schafte het aan omdat het onder andere een essay van Peter Struycken bevat met de titel Enkele Oudgriekse denkbeelden over kleur. Hoewel ik tevreden was over mijn aanschaf kon ik er niet onmiddellijk mee uit de voeten. Nu, enkele jaren later, haal ik het weer tevoorschijn. Vanwege mijn wandelingen en vanwege een nieuwe expositie van Peter Struycken bij Andriesse Eyck, die de titel Afstemming heeft.
Tegen de achtergrond van de aangescherpte krakerswet kijk ik naar het werk van Van Oldenborgh. Het begint met aandacht voor een stuk geschiedenis. Een actie van een groep Caribisch-Nederlandse activisten die tussen 1974 en 1976 meer dan honderd (Bijlmer)flats kraakten. Dit was een van de vroegste uitingen van Surinaams activisme, wat niet bij iedereen bekend is. Vervolgens maakt van Oldenborgh een stap naar het nu. Ze nodigt naast de activisten van het eerste uur, eigentijdse activisten uit, krakers, mensen van de Univeristy of Colours, mensen die de acties van We are Here, en enkele mensen die betrokken waren bij het bouwen van Tripolis. Ze spreken in een van de drie gebouwen van Aldo van Eyck over huizen, kraken en racisme
… Misschien moest ik daarom aan dit voorval denken, toen ik besloot om ‘Beyond Aesthetics’ van de Nigeriaanse schrijver en Nobelprijswinnaar Wole Soylinka te bespreken. Een niet al te dik boek, zo’n 150 pagina’s, verschenen in 2019 bij Yale University Press. Wole Soyinka pleit voor een Afrikaans gevoel van eigenwaarde én een zichtbare, hoorbare plek in de wereldcultuur. Hij vertelt een divers, wervelend, soms bitter, relativerend en altijd humoristisch verhaal onder auspiciën van de Yoruba-god Ogun, de god van de lyriek, de oorlog en de metallurgie, en zijn tegenspeler Esu, de schalkse god van de verwarring.
Het komt niet zo vaak voor dat je de mogelijkheid hebt om in één week meerdere tentoonstellingen van dezelfde kunstenaar te zien. Ik volg Milena Bonilla van een lezing op de expositie Elsewhere Within Here bij Framer Framed in Amsterdam, naar de expositie Eden Hotel in Tale of a Tub in het badhuis van het Justus van Effenblok in Rotterdam.
Handke, Merleau-Ponty, Cézanne. Ze vormen voor mij een start voor het denken. Vooral Peter Handke omdat de aanpak van de schrijver fascineert. Hij laat de betekenissen en motieven bewegen en veranderen. Er vinden metamorfosen plaats. In zijn oeuvre staat de lichamelijke ervaring niet alleen voor denken, maar ook voor humaniteit en de weerbarstige route die je kiezen moet om humaan te zijn en te blijven. Afstand in nabijheid, zo blijkt ook uit de rede die Peter Handke naar aanleiding van het ontvangen van de Nobelprijs 2019 uitsprak.
Menemen-mory heet het project van Öğüt dat dus niet uitsluitend over de stad en haar stenen structuren gaat, maar vooral over mensen en herinneringen. Hoe die herinneringen aan straten en gebouwen kleven is nog steeds een vraag. De gebouwen en de stenen zelf maken de herinnering slechts ten dele. Soms, zoals bij traumatisch gebeurtenissen, lijken zij wat geschiedde te bewaren. De architectuur en stadsstructuur als drager van geschiedenis. Maar ‘hard’ is die relatie niet, omdat er ook weer andere gebeurtenissen plaatsvinden, en andere groepen mensen komen, die dezelfde plekken op andere manieren gebruiken. Het zijn mensen die herinneringen maken en nodig hebben, het zijn mensen die vergeten en / of onthouden. Daarom is een gesprek en een ontmoeting voor het stadsbeeld onontbeerlijk.
Twee boeken; één kunstenaar: Marcel Duchamp Pieter de Nijs, Striptease met chocola, kikkers en een thermo-mechanisch orkest, Nederlandse Academie voor ‘Patafysica, 2018 Elena Filipovic, The apparently marginal activities of Marcel Duchamp, The Mitt Press, 2016 In het kader van een »
Mental! een tentoonstelling waarmee Raul Balai een uitspraak wil doen over Mental Slavery, “We are going to emancipate ourselves from mental slavery because whilst others might free the body, none but ourselves can free the mind. Mind is your only ruler, sovereign. The man who is not able to develop and use his mind is bound to be the slave of the other man who uses his mind.”, citeert hij de Jamaicaanse Pan-Afrikanist Marcus Garvey, Balai voegt de daad bij het woord en toont nieuwe werken waarin muziek, mode en beeld, hiphop, kunst en grafisch werk bijeenkomt.