Category: 500

500 – 004

Op de fiets naar huis denk ik na over wat ik met ‘nutteloos’ bedoel. Waarom vind ik dat in een natuuropvatting ruimte moet zijn voor nutteloosheid? De manier waarop ik het begrip hanteer heeft natuurlijk te maken met redeneringen over een blinde vlek in het denken, zoals hier door postmoderne filosofen over gedacht wordt. Mijn nutteloosheid lijkt op deze ‘blinde vlek’. Het is een omgeving die niemand niet kan waarnemen, omdat er geen mens aanwezig is maar die wel bestaat en een functie heeft.

Read more »

500 – 003

Kunstenaars bemiddelen tussen kennis en mens. Zij creëren ruimte om over economische en politieke argumenten na te denken en ondergraven die argumenten soms ten gunste van de vormgeving van menselijke ervaringen. Kunstenaars staan daarmee voor flexibiliteit, of dat nu om verandering of om aanpassing gaat. Mogelijk zijn kunstenaars ook goede bemiddelaars omdat zij streven naar échtheid. Kunst hoeft niet ‘kunstmatig’ te zijn, zoals dat doorklinkt in veel klassieke opvattingen. Kunst streeft naar écht – een combinatie van cultuur en natuur – waardoor het mensen die minder privileges en mogelijkheden hebben dan instituten en de specialisten die daar werken, toch met hun omgeving confronteert.

Read more »

500 – 002

S. laat haar billen rusten op de met grijze stof bekleedde zitting. Ze voelt de zolen van haar schoenen op de grond, haar kuiten en dijen. Het is niet verstandig om te laten zien dat ze moe is, het hoofd op haar handen wil laten steunen, noch blijk te geven van verveling.

Read more »

500 – 001

Ik herken weegbree, akelei, boterbloemen en viooltjes, de madelieven en aardbeienplanten in bloei, het gras, de hondsdraf , de paardenbloemen, longkruid en iets kervel-achtigs. Op de achtergrond staat een enkele witte lelie en een rode-rozenstruik. Zie ik ook het loof van een iris? Het doet me plezier de planten op te sommen.

Read more »