122.

Stephan Keppel 2020 06
Stephan Keppel – Soft Curve /Circular Act. Amsterdam 2019 – 2020. Formaat prints 78 x 114 cm.

Dinsdag 13 oktober 2020

Langzaam, langzaam, langzaam. Ik heb vakantie, de tweede week is ingegaan en ik lijk niet vooruit te komen. Soms is de discrepantie tussen plannen en voornemens zo groot dat het wanhopig maakt. Gelukkig regent het vandaag niet. De zon schijnt. Het grofvuil wordt op dinsdag opgehaald. Er zijn grote verplaatsbare pilaren neergezet die een poster dragen met de informatie dat wij in deze buurt op maandagavond tussen zes en tien het grofvuil aan de straat zetten. Een eenzame stoel in dramatisch lamplicht.

Op de eerste stoep staat bij de ingegraven vuilnisbakken wat kinderspeelgoed. Een waarschijnlijk duur beige corduroy paardje met een klein donkerbruin zadeltje. Aan de voetjes te zien was het ooit ergens op-gemonteerd, een constructie die wiebelt en schudt. Een groene plastic bak, tamelijk helder en fel, met puzzels en houten blokken. Papier, veel papier en laatste vlaag van een gordijn met vrolijk clownsmotief.

Het aantal verbouwingen neemt niet af maar verschuift. Sommigen zijn er waarschijnlijk voor eeuwig. Zoals de grote diepe verbouwing in de tweede dwarsstraat. Nog steeds zijn drie parkeerplaatsen afgezet met lichte HERAS-hekwerken overeind gehouden door grote betonnen blokken. Nog steeds blanke houten platen voor de gevel van de eerste verdieping. Vandaag staat er een groene gasfles in de diepte. De werkplek is nog gesloten. Op eerdere dagen heb ik gezien dat er inmiddels twee betonnen vloeren zijn gelegd, voor een diepe kelder en een souterrain. Daarbovenop de eerste etage. De tweede en derde etage plus zolder zijn onaangeraakt vrijwel in takt.

Nieuw is de even ingrijpende verbouwing aan het water tegenover. Een blauwe shovel staat tussen de hekken. De stoep is voorzien van plaatwerk. Er ligt een waterslang onder die naar een rioolputje loopt. Er wordt dag en nacht gepompt. Het blauwe schoveltje werkt alleen door de weeks. Dat staat er ook die blauwe auto met die witte schijf. In het weekend is het stil, het gele papier op het hek langs de stoep, dat de voetganger gebiedt hier over straat te gaan, is dus enigszins overmoedig. Het graafwerk en het pompen maken veel kabaal.

De tussenstraat in. Daar staan de eerste steigers voor een grote opknapbeurt. Tegen de gevel van het verwaarloosde huis waar waarschijnlijk veel studenten wonen. Vlak bij de lange smalle nis die tussen twee huizen ligt. Hier vind je nog altijd een kerstboom. Droog. En meerdere vuilniszakken. De studenten werken ook zelf aan hun huis. Staan onder de steigers en verven het raamkozijn. Behalve de fiets die aan de steigers is vastgemaakt, ligt er regelmatig grof blauw zeildoek op de straat tussen het ijzer. Er hangen doeken over de steigers en staan emmers op de grond.

In de tussenstraat minstens nog twee andere steigerplekken. Het moeten er in de tussentijd minsten tien zijn geweest. Mannen met vrachtwagens met open laadbakken. Graag midden op het asfalt straat. Half op de stoep. Ze moeten laden en lossen, bouwen en breken. Helemaal boven bij het zolderraam waar de gevel een driehoek vormt, wordt een uitbouw gemaakt. Liften, zoals op de brede Nassaukade, zie je maar zelden. Wel was een groepje mannen, een stuk of zes waarvan vier in hetzelfde zware, zwarte kostuum met een ladder bezig die tegen de muur stond en tot aan het raam van de derde verdieping reikte. Even verderop staat een verhuiswagen. De achterklep open. De wagen vol.

Dichtbij een laatste steigerstellage. Wit zeildoek erom heen als het spinrag van grote groepen jonge rupsen. Soms komt een man onder het doek vandaag en duikt een auto in die op de parkeerplaats staat en met de neus de stellage bijna raakt. De fiets staat nu niet meer over de stoep aan het ijzer vastgemaakt, maar aan de binnenkant van het steigerwerk. Evenveel steigers, iets minder vuil. Het is windstil. De bomen worden langzaam aan wat geler. Soms een prachtige roodbladige of geheel gele boom als contrast.  Op het plein oefenen drie mannen taekwondo en rijdt een veegwagentje rond. Er zit een dikke man in die een oranje vest draagt.

 

Slecht geslapen. Angst. Komt als geruis. Ik val in een afgrond kort, heel naar en diep. Dan is het weer over. Toch ben ik bang en blijf ik dat. Misschien omdat ik twee biertjes dronk met gist. Lekker bitter. Tegen een uur of vier wordt ik weer wakker. Net zoals gisteren herhaal ik woorden en beelden uit de tekst van Chantal Akerman in mijn slaap. Gevangenis. Spiraal. Hyperbolisch realisme. Dat laatste is een begrip dat ik in een tekst over het werk van Akerman tegenkom. En opnieuw: Gevangenis. Ik kocht het boek omdat ik nieuwsgierig was naar haar beschrijving van de relatie met haar moeder. Ik had er niet over nagedacht dat het ook een Auschwitz beschrijving zou zijn, noch over haar bipolaire emotionele toestand, haar ‘moodswings’. Het boek hakt erin. Ik voel me er zeer bij betrokken, zonder dat ik nadenk over overeenkomsten. De droom, gevangenis-spiraal-hyperbolisch realisme, was als een concrete gedachte die pas een dag later een bedrog blijkt te zijn. En, nog steeds ben ik niet van de fraude overtuigt. Zo eerlijk. Zo direct lijkt het verband.

Ik kijk naar interview met Akerman op internet. Ze lijkt op A., dezelfde aantrekkelijk grote ogen, dezelfde aantrekkelijke dynamiek. Mooi gezicht. Mooie huid. En in de formuleringen een verleidelijke combinatie van afstand (ongeloof, cynisme) en enthousiasme. Ze draag een zachte wollen shawl die haar heel goed staat. Het zwarte jasje lijkt duur en vrouwelijk, maar bij nader inzien blijkt dat zij de veel te lange mouwen bij haar polsen heeft omgeslagen. Het zou een mannenjasje kunnen zijn, of een jasje van een ander, snel uit een kast getrokken om goed op beeld te komen. Verder niets. De expositie in Eye heb ik niet bezocht, maar het is duidelijk dat de manier waarop Akerman de realiteit uitvergroot iets te maken heeft met de concrete aanzetten van mijn verhalen. Herhaling. Ritueel. Het uitvergroten van hele gewone dingen. En Route 123.

EN ROUTE is een experiment waarin herhaling centraal staat. Het is een onderzoek naar de flexibiliteit van taal en de flexibiliteit van de waarneming. Hoe komen schrijven en (voort)bewegen samen als je steeds dezelfde routes neemt? index

 

top of page