134.

Stephan Keppel 2020 06
Stephan Keppel – Soft Curve /Circular Act. Amsterdam 2019 – 2020. Formaat prints 78 x 114 cm.

Vrijdag 12 november 2020

Het is niet koud maar nog steeds wat nat. Ik maak een flinke wandeling naar het kantoor. Eerst via de Nassaukade waar het water nu voor grote stukken (tussen Hugo de Groot straat en Frederik Hendrik Plantsoen) met ijzeren rekken en kunststoffen doeken is afgezet. De doeken zijn voorzien van zoiets als een kindertekening, groen, zwart, wit. Ik meen rechte lijnen en bomen te herkennen. Huizen. Amsterdamse façades of zoiets. Achter de hekken wordt met graafmachines gewerkt. Op meerdere locaties zijn twee of drie houten containers gestapeld tot tijdelijke flatkantoren voor bouw-lui. Het gaat om een renovatie van de kades.

Het hoge knooppunt bij de spoorweg naar de Spaarndammerbuurt is niet zo indrukwekkend als bij de vorige wandeling. Dat komt waarschijnlijk door de grijze lucht. De bomen zijn al kaal en het geluid dringt door tot de stoepen.

Ik sla links af en draai de Haarlemmerweg op. Kijk nu tegen het Westerpark aan, haar groene weiden en de bomen die hier en daar nog net wat kleur hebben. Aan mijn linkerhand de woonbuurten, vol en oud en druk. Er is een winkel voor motoren en scooters waar twee bezorgers met elektrische fietsten halt houden. Ik kijk steels naar de mooie duurzame buurt en de bedrijven in de hallen vlak daarachter. Grijs en beschilderde baksteen, en houten planken tegen de platte daken aan. De Praxis. Dan loop ik vlot voort tot aan de begraafplaats XXX, de lelijke eetgelegenheid die ze ervoor gebouwd hebben die nu leeg staat, de geschoren taluds daar waar anders wilde klimop groeide. Ik zie de Carwash op de achtergrond, ga naar kantoor en dan snel de weg over. Het park in.

Waar ik de weg over kan wordt hard gebouwd aan een woontoren. Hier stond een ING-gebouw, afdeling stiekem vertelde iemand, en een kunstenaar had er een atelier ingericht met grote op straat gevonden planten, haar weeskinderen, rolvarens uit Nieuw Zeeland. In een flat in Ookmeer staat een plastic variant van deze planten om interieur van de galerijflats op te vrolijken. Aan de nieuwbouwflat wordt gebouwd. Mannen met knalgele helmen op en oranje jassen aan zitten hoog en kijken naar beneden. Tussen ijzeren hekken staat een auto of dertig van het vele personeel. Ergens uit een hoge houten keet kijkt een opzicht of directiemedewerkers over de auto’s naar het park. Het Tl-licht brand. Ik loop het vochtige smalle pad op, dat me naar de schooltuinen en kinderboerderij zal leiden. Daar kan ik onder de spoorweg door.

Het is niet druk in het park. Ik kijk naar de houten huizen en de natte tuinen van het lager gelegen huisjeskam Nut en Genoegen. Het fietspad naast me, dat veel hoger ligt is nog afgezet, maar de kuil is al afgedekt. Er rijdt een shovel of een wals voorbij. Straks zullen ze de weg bestraten.

Op de hoek bij de schooltuinen is het druk. Er zijn meerdere plekken waar mannen trainen op metalen en houten sportwerktuigen. Op het pad rennen mannen voorbij. Ik ga de spoorwegtunnel onderdoor. Het is de eerste en loop boven aan de tweede begraafplaats St. Barbara voorbij. Vandaag zal ik naar links gaan als ik bij de grote weg kom. Ik wil de Houthavens zien. Voordat ik die bereik moet ik eerst vlak langs de sporen lopen. Ik kan de treinen zien staan om dan via een lange bocht voor de tweede keer onder het spoor door te gaan. Ik loop hier bijna nooit. De betonnen binnenkant van de tunnel is beschilderd, met landschappelijk motieven. Trompe-l’oeil. Het lijkt alsof het beton ronde gaten heeft waardoor je de omgeving kan zien. Aan de andere kant van de tunnel staat een busje op het fietspad naast de stoep. Eerst erger ik me, dan zie ik dat het twee schilders zijn die de graffiti verwijderen en het beton weer wit maken.

“Laten jullie de schilderingen in takt?”
Een van de jongens antwoordt gretig.
Natuurlijk wel. De graffiti weet je.

Daar is weinig aan te doen.
Maar zo hebben wij voldoende werk.
En de jongen gaat vlijtig door.

Aan de andere kant van de tunnel beginnen de houthavens. Als je naar links loopt de weg terug langs het water kan je de route stadshavens volgen. Ik kom hier niet vaak, en als ik hier kom is het op doorreis naar de Spaarndammerbuurt en het Kunsthotel. Om de stad te verlichting hebben ze de grote Cirkel die ooit op de Stadhouderskade stond hier naar toe gebracht. Ergens in de havens heb ik ook dat andere beeld zien staan, weggewerkt zoals het beeld van Rembrandt dat ooit op het Museumplein stond en nu bij de Molen in Sloten te vinden is.

Ik wil zo dicht mogelijk langs het water lopen. Neem een fietspad langs een hippe brouwerij in een oud bedrijfspand en kom onmiddellijk in havenbekkens terecht. Grote, zwarte, lege, glanzende nieuwbouw. Hippe kledingmerken. Grote hotels. En op de achtergrond wat schepen en het roodwit geblokte Remeiland, waar nu een restaurant is. Vorig jaar hebben Jan en ik dat op de langste dag in de zomer bezocht. Rupsen van rietspinners op de pier. Nu is het er leeg.  Ik zie het water. Kijk naar de gebouwen aan de overkant, de schepen die in doks liggen, de gerenoveerde havenloodsen en de nieuwbouw. Ze loopt recht van de Spaarndammerbuurt naar het water. Ik zien het drijvende ateliergebouw de Bonte Zwaan waar ik ooit op bezoek was.

Waar de kantoorgebouwen batmandonker glanzen, gotham-city, is de nieuwbouw overwegend van baksteen en zeer conservatief ondanks de grote ramen en het vele glas, waardoor de huiskamers en keuken uiteindelijk toch op aquaria lijken. Je kunt niet door tot aan het water. De goten zijn nog niet beplant en met hekken afgezet. Er zijn parkeergarages onder iedere straat gebouwd. En ook het hotel doet denken aan iets van de Amsterdamse school. Duister met ronde koperen daken. Er zijn geen gasten te zien.

Echt mooi wordt het pas als ik terugloop in de richting van de Houtmankade en de kantoren aan de Veemkade. Ik kan ze van veraf zien. Hier is een grote zandvlakte. Er is een brug, een weg en hekken, er is nog niet gebouwd. Het groengrijze gebouw dat uit alle verten de lucht inkadert is nu goed te zien. Het staat vrij. Ook de eerste acht etages van het onderste vierkante deel zijn op pilaren gebouwd. Je kijkt er mooi doorheen. Ook het hoge gedeelte staat vrij. Hoewel je het van hieruit niet meer als kader beleefd. Hier bevind zich de pier met de pond die naar de overkant gaat. En Route 135.

 

EN ROUTE is een experiment waarin herhaling centraal staat. Het is een onderzoek naar de flexibiliteit van taal en de flexibiliteit van de waarneming. Hoe komen schrijven en (voort)bewegen samen als je steeds dezelfde routes neemt? index
top of page