138.

Marc Nagtzaam 25.3

Marc Nagtzaam,  Zeichnungen / An Index of Notes / Jpeg / Variable dimensions / 2019 – ongoing

 

Maandag, 20 november 2020

Bij het waker worden is het nog donker. Het is vochtig maar geregend heeft het niet. Als ik mezelf op straat begeef is het eerste wat opvalt het vliegtuig geluid. De straatlantaarns nog oranje geel glanzend er schijnt al licht achter de wolken en over de vochtig glanzende druppels heen, glijden grote vliegtuigen, hun lichten wit aan beide vleugels, wit op de kwetsbare buik goed zichtbaar. Het geluid draagt heel ver als ze dalen en dalen en verdwijnen ergens achter de huizen, achter het park, waar het vliegveld ligt.

Als ik door het park fiets zijn de meeste straatlampen uit. Het vocht hangt laag. Er is geen mist, niet echt. Eerder een wolk die naar beneden kwam en de horizon bedekt. Alles wat dichtbij is, is duidelijk zichtbaar, kleurrijk, scherp omlijnd. De honden, vooral de kleine honden. Ze zijn dichtbij in de berm en keffen, springend, rennend. De buitenlandse vrouwen die in een trage kudde hun ochtendsport doen, rennend, zacht trillend in broeken die die bewegingen toegankelijk maken, midden op de brede geasfalteerde Parkweg. De huizen in de verte verdwijnen in de grijze wolk. Als de bomen nog geel en groen blad dragen lijkt de omgeving op te lichten door hun kleur. Als de bomen helemaal kaal zijn is alles grijs en zwart. Bij het vierkante water lichten de drie dikke dames van Weeber kleurrijk op. Ik had niet eerder gezien dat aan de zijkant van het derde gebouw een blauwe lichtreclame bevestigd was. Ik lees de lichtende letters. Ze zeggen me helemaal niets.

De tunnels zijn donker, zwart. De snelweg A10 en de prachtige onderdoorgang. Nog lage struiken, stenen. Dan duik ik aan de andere kant van de mooie rotonde de jaren zestig wijk in. Er wordt hard gebouwd. Er moet verdicht worden. De jaren zestig architectuur vervangen door dure hoogbouw, goed geïsoleerd zodat een het interieur ook van karton kan zijn. Kartonnen vloerbedekking, kartonnen wandmeubilair, symmetrisch geordend naast het enorme multi-medium-scherm. Je moet alleen geen lekkage hebben.

Tegen de grijze achtergrond vallen de gemeentewerkers extra op. Het harde geluid van de veegwagentjes. Hun flikkerende lichten. De oranje reflecterende pakken. Ik zie zeker vijf kleine witte wagens. Een stuk of twee vrachtwagens voor groot vuil. Wit en rood, de kleur van de stad. Bij het vierkante water, aan de overkant in de struiken aan het uiterste einde van de straat met de villa’s, vijf mannen klein, reflecterend oranje. Op het plein verderop, vier mannen glanzend, lichtgevend geel groen.

Ook op de terugweg is het droog. Eerst onder de sporen van Station Lelylaan door. Ik kijk naar de prachtige populierenlaan tussen spoor en nieuwbouw. De entree die het talud oploopt is versperd door mannen die de grond hebben geopend op zoek naar de een of de ander kabel of buis. Onder de metro door, onder het spoor. De grote ronde pilaren in verschillende kleuren bruin en beige. Dan onder de snelweg door.

Later op de dag begint het onbedaarlijk te regenen. Ik moet er nog een keer doorheen. Naar de Haarlemmerweg en dan binnen door naar de Amstelveense weg. Ik fiets via het Rembrandtpark omdat daar het minste verkeer is. Alles zijknat. Ook in de nacht op het dak klinkt de regen. En Route 139.

EN ROUTE is een experiment waarin herhaling centraal staat. Het is een onderzoek naar de flexibiliteit van taal en de flexibiliteit van de waarneming. Hoe komen schrijven en (voort)bewegen samen als je steeds dezelfde routes neemt? index
top of page