140.

Marc Nagtzaam 27.3

 

Marc Nagtzaam,  Zeichnungen / An Index of Notes / Jpeg / Variable dimensions / 2019 – ongoing

 

Maandag 7 december 2020

Zwart. De hemel is zwart en het regent een beetje als ik de straat op ga. De lampen staan aan. Oranje natriumlampen, de fel-witte lampen, de rode en gele autolichten. Ik heb moeite met zien. Het kost tijd om me aan te passen aan wat in mijn ogen schijnt. Een grote vrachtwagen van de vuilnisophaaldienst. Grofvuil. Een vrachtwagen met opleggers in de smalle straat. De verbouwingen zijn een stuk minder. Alleen hier en daar wordt nog een raam geschilderd, langzaam, heel langzaam omdat het regent. Het huis met het diepe gat heeft inmiddels een nieuwe kelder, maar de toegang naar de straat is nog steeds met planken afgezet. Planken daar waar het kelderraam komt. Planken voor de gevel, en ruwe, afgebikte steen.

Een lang glanzend bruin busje stop vlak voor de oplegger. Twee bouwvakkers stappen uit. Ze zullen waarschijnlijk bij het huis om de hoek moeten werken, waar nog wel een hoge steiger staat. Fietsen eraan vastgemaakt, een blauw zeildoek vol troep hangt dreigend boven je hoofd als je eronder door loopt, en in de smalle spleet tussen de huizen, waar soms zwervers slapen en nu ook een steiger staat zijn oude planken opgestapeld en een oude witte deur met boven twee raampjes.

Als ik de straat oversteek twee volgende grote vrachtwagens. Eén groen, met een witte vork en lepel aan de zijkant, een die wel drie van die vrachtwagens lang is, rood met witte letters. De chauffeur parkeert de enorme truck voorzichtig aan de zijkant van de supermarkt. Straks wordt uitgeladen. Bij de Horecavakschool zet een jongen met wit melkboerenhondehaar de hoge rookbak buiten. Een blauwe ronde vuilnisbak met een dikke groene rand waarop je je sigaret kunt doven. Bij de twee horecagelegenheden op het kruispunt, een café aan de ene, een cateraar aan de andere kant is het licht gedoofd. Bij de cateraar zit tussen de planten een witte aap op de buitenbank. Aardige jonge mensen, pech zo’n tussenjaar. Toch krijg je de indruk dat de mensen er inmiddels wat aan gewend zijn, niet naar de kroeg wel een biertje of een maaltijd halen, een beetje kletsen op de stoep, kartonnen beker in de hand.

Straks de hoek om naar het huis waar de gouwe hond voor de deur staat te wachten. Van de buurman dat ding, die buurman met het uiterlijk en het gedrag van een bokser, ruw, maar vriendelijk in gebruik. Zijn vrouw rond als een wallevis ziet er gelukkig uit. De motor van het stel is goudbruin en wordt als hij niet rijdt in een enorme even goudbruine glimmende doek verpakt. Als het waait is dat een prachtig gezicht. Nog steeds staat de gevel tuin vol stinkende gouwe, zonder bloemen weliswaar, maar wel heel fris en groen. En Route 141.

EN ROUTE is een experiment waarin herhaling centraal staat. Het is een onderzoek naar de flexibiliteit van taal en de flexibiliteit van de waarneming. Hoe komen schrijven en (voort)bewegen samen als je steeds dezelfde routes neemt? index
top of page