2. saskia monshouwer

Ansuya Blom in Oud Amelisweerd

daß dieser Mensch, 2001-2004-2023 – photo Roy Taylor

Beste Rien,

Je eerste verhaal toont meteen de waarde van onze correspondentie. Ik heb Kosmos van Gombrowicz gelezen en de verzamelde werken in de kast staan, maar aan Ferdydurke kwam ik nog niet toe. Ik lees de eerste zin, en citeer de tweede:
Plotseling wakker geworden, wilde ik met een taxi naar het station snellen: ik had het idee dat ik op reis moest – pas de volgden minuut realiseerde ik me met moeite dat er helemaal geen trein voor mij op het station stond, dat geen enkel uur had geslagen. 

Plotseling wakker geworden en er is niets aan de hand. Slaap. Op de expositie in Oud Amelisweerd waar ik gisteren was, toonde Ansuya Blom drie films waarvan de tweede over slaap ging: SPELL. Blom gebruikt overbelichte beelden. Je ziet ruimtes en fragmenten van ruimtes in diapositief. De focus ligt op dingen als een oude centrale verwarming of een lamp. In de rechterbovenhoek, handgeschreven staan tijden genoteerd. Wakker. Slapen. Wakker. Slapen. Wakker. Slapen. De compositie heeft een strak ritme en de tekst stamt grotendeels uit de dagboeken van Kafka:
I sleep alongside myself so to speak … I lay there like a solier with his pack…
Dag en nacht, de wereld binnenstebuiten gekeerd, mundus inversus en een heleboel pillen. Er komen ook beelden van pillen voorbij, cirkels en ellipsen op een plat vlak. Ze werpen een schaduw af.

De tentoonstelling van Ansuya Blom is de eerste waar ik een tweede keer naar toe ga om goed te kijken. Haar films raken mij, en al tijdens mijn eerste bezoek besluit ik om nog een keer terug te gaan. Het heeft te maken met de aard van de films, maar ook met een diepe wens. Ik wil ooit een film maken (ook als het er nooit van komt), een wandelend beeld gecombineerd met geluid. Vooral daarom ging ik terug, om nog eens goed naar het geluid te luisteren van de films. Het geluid is erg mooi en betekenisvol. Er zijn stemmen meestal van mannen, soms van een vrouw. Zij spreken korte zinnen uit, citaten uit boeken, brieven, liedteksten. Er worden fragmenten van bestaande geluidsopnames gebruikt, zoals het verwrongen – Youuuu …. uit de mond van Richard Prior. Een harde bel. Wind. De metro. Vogelgeluiden in een andere film, en weer een stem. Ansuya Blom werkt samen met sound designer Mark Glynne, niet de minste.

Mijn persoonlijke favoriet is de eerste film Hither come down on me, uit 2007. De film begint met beelden van een man die zich aankleedt. Zijn maten en lichaamskenmerken worden opgesomd, hij sluit de knoopjes van zijn hemd, van zijn tweedjasje en gaat naar buiten. Buiten zijn panorama’s, opnames van een steeg, van flatgebouwen, een rivieroever met het silhouet van een stad. Het is nacht. Er is sprake van een Matroesjka-effect: het lichaam, in kledingstukken, in een huis, in de stad. Ik vind de beelden zenuw-rakend mooi, zintuigen prikkelend zacht. Er is sprake van moed verzamelen, van angst en van loutering en van vruchtbaarheid zelfs als op het einde van de film de stem de regen roept en de regen laat neerdalen in bundels. De beelden zijn zwart-wit met een prachtige schittering vanwege het vele lamplicht. De camerabeweging is langzaam. De stem is doordringend. Ze fluistert.  

De werken van Blom sluiten meer aan op je verhaal dan je zou denken, hoewel het geen Dada is. Het is existentieel in de zin dat alle vragen die het stelt bij het lichaam beginnen. Binnen. Buiten. Het lichaam zegt, wij zijn hier. Maar, waar zijn we? En wie zijn wij? Omdat alles bij Blom bij het lichaam begint, is ook de zwakte aanwezig – onze zwakte – en de gekte en de angst – onze gekte, onze angst – en we realiseren ons dat angst en zwakte en gekte en zelfs verwarring niet vreemd zijn, maar deel van ons uitmaken. Ze horen bij ons en onze wereld.

Je schrijft:
Europa, dat ooit zo machtige continent, dat zichzelf benoemd had tot morele leidsman van deze wereld, en dat alles natuurlijk in de naam God, de Christelijke God dan wel te verstaan, moet nu knarsetandend toegeven dat ze wellicht toch niet zo hoog verheven was als ze zelf wel dacht. Het radicalisme van artistieke stromingen als Dada en Surrealisme moesten eraan te pas komen om de zaak ondersteboven te gooien, om de morele mestvaalt zichtbaar te maken.”

Dat ben ik met je eens.

Toch denk ik niet dat Dada de wereld redden kan. Een carnavaleske omkering van de wereld is vaak niet meer dan een parodie, en daarmee – ik ben nou eenmaal ook antropologe – een bevestiging van de orde. Ansuya Blom pakt het net een beetje anders aan: Ze kijkt het monster in de bek. Je ruikt de vieze adem. …daß dieser Mensch…

Door alle ruimtes heen is de tekenserie …daß dieser Mensch… (2001-2004-2023) te zien. De titel is ontleend aan de beschrijvingen van Kaspar Hauser. Opnieuw een kwetsbaar mens, en sterk tegelijk. Omdat hij lange tijd geïsoleerd leefde, werd hij het voorbeeld van een man zonder cultuur, een veranderlijke Mowgly. Wolvenkind. In een interview zegt Blom dat ze gefascineerd is door het  aanpassingsvermogen van Kaspar Hauser en zijn groei. En dát is ook zo’n kern. We moeten ons niet alleen afzetten tegen een model van de samenleving dat perfectie nastreeft en de beste wil zijn, maar ook tegen een model dat suggereert dat iets ‘af’ kan zijn. De inrichting van de bovenzalen van Oud Amelisweerd sluit daarop aan: De klinkende houten vloeren. Als je naar de tekeningen kijkt die op kniehoge tafels liggen op een ondergrond van grafiettekeningen kijk je ook naar die planken. Je hoort de voetstappen die niet storen maar zich mengen met het geluid van de films. Ik hoor een vrouw met een stok. De muren boven zijn niet, zoals de muren beneden bekleedt met exotisch beschilderd behang maar kaal, bedekt met gaas op tengels. Je ziet er het kalk en de muren doorheen.

Wat vond ik nou zo mooi aan de expositie van Ansuya Blom?

Misty Mann, 2024, film still

De films natuurlijk, ook de nieuwste, Misty Man uit 2024, die over ‘vallen’ en over ‘uit de gratie vallen’ gaat. Prachtige beelden, kleuren. Een mooi ritme en een samenhangende meerstemmigheid. Heb je er wel eens bij stil gestaan hoe hard de wereld is voor een mens dat als delinquent wordt beschouwd? Als je moeder en iedereen die je tegen komt, vindt dat je straf moet hebben, moet worden vastgezet en met geweld in bedwang gehouden? En misschien ben je ook inderdaad gevaarlijk en gewelddadig, soms in ieder geval. Soms is een mooi woord, het getuigt van inzicht, relativering, twijfel, nuancering, zoals ik een meisje in de trein hoor zeggen tegen haar vriendin: Ja, dat vind ik stom, geen respect, maar soms is het ook gewoon grappig.

De setting, want de gesloten luiken leveren een ideale setting voor een film op. In het gefilterde donker kan je de vertaling van de teksten nog net lezen.

De veelzijdigheid. Ik kocht de catalogus, Below the Underground, uitgegeven door Jap Sam en het Centraal Museum. Daar staan nog veel meer mooie werken in.  

Misty Man, 2024, film still

Ik denk nog even na over de politieke strekking van je verhaal en de angst voor een regering waar je het gewoon niet mee eens kan zijn. In De Groene van deze week staat een essay van Umberto Eco waarin hij het fascisme analyseert en nadenkt over het verschil met het Nazisme. Dat is belangrijk omdat dit verschil voor ons Nederlanders, als buren van Duitsland, niet altijd even duidelijk is. Eco wijst vooral op de retoriek van het fascisme. Zij is vol tegenstellingen. Het is een ideologie die het verleden en tradities verheerlijkt, terwijl ze toch kapitalistisch en modern wil zijn. Het is een denken dat de heilstaat verkondigt, terwijl de continue strijd, het levensmotto van haar aanhangers, bij het bereiken van de heilstaat stopt. Maar willen ze dat wel? Die jongens met hun heldenfantasieën en hun geblondeerde vrouwen? Zorgend, barend? Nooit meer vechten? Op een vlooienmarkt in het achterland van Hongarije zagen we ooit twee oude Nazi-legerlaarzen en een Star Wars-helm en mantel die in één bundel werden aangeboden. We moesten lachen, een beetje hysterisch, omdat de onschuld en de humor eigenlijk ontbraken. Dit was ernst. Dat zag je meteen.

De kern van het verhaal van Eco, of althans datgene dat ik als kern onthouden heb, is zijn opmerking over de fascistische retoriek; Zij sluit een veelheid aan meningen uit. Eco is onder het fascisme geboren en herinnert zich zijn opgeluchte verbazing toen hij na de beëindiging van het fascistische regime ontdekte dat er meerdere kranten zijn met verschillende visies en meningen. Ik vind dat ontroerend. Hij schreef het stuk in 1995 bij het aantreden van Berlusconi.

Saskia Monshouwer
dinsdag 4 juni 2024, Amsterdam      

Ansuya Blom ׀ SOLO 23 maart – 30 juni 2024 ׀ Landhuis Oud Amelisweerd – Centraal Museum 


correspondentie

Columns van Rien Monshouwer & Saskia Monshouwer – schrijvers met dezelfde achternaam, maar we zijn geen familie. We zijn naamgenoten, ‘tocayo’ in het Spaans. Ik kom dat woord tegen in een brief van Vibeke Mascini, onderdeel van haar correspondentie met Ella Finer, gepubliceerd onder de titel Silent Whale Letters. Dat Rien en ik besloten hebben om te corresponderen, heeft te maken met onze voorkeuren. Rien is beeldend kunstenaar met een grote liefde voor literatuur. Ik ben een critica met een grote interesse in literatuur en beeldende kunst. Zijn wij de helicopter en de walvis van Vibeke Mascini? Zijn wij de paraplu en de schrijfmachine op de ontleedtafel? Welke frequentie gaat de bandbreedte van onze correspondentie bepalen?


(…) Quite another note, did you know a helicopter rotary blade can be used to construct a speaker to transduce infrasound? Propagatin the air into shockwaves that should be throbbing the message: I am a Whale somehow. Bouncing against every wall.
Letter 21 Vibeke Mascini – A Voice like tonnes of energy
Silent Whale Letters, Ella Finer & Vibeke Mascini, Sternberg Press 2022


top of page