9.

Stephan Keppel 2020 03.
Stephan Keppel – Soft Curve /Circular Act. Amsterdam 2019 – 2020. Formaat prints 78×114 cm.

Vrijdag 17 januari 2020

Als ‘origineel’ – een begrip van Julika Rudelius [1] – voel ik me nauw verbonden met de laat negentiende-eeuwse architectuur van het aan het centrum grenzende deel van Amsterdam West. De architectuur met de gesloten hoge gevels die toch iets van jugendstil, iets van denken-aan-arbeiders heeft. Hoe vreemd die baksteenwoestijn eigenlijk is, merkte ik pas op het atelier van een kunstenaar uit Madagaskar. Hij typeerde de stad door de gesloten architectuur te benadrukken. Hoog en baksteenrood, regelmatig onderbroken door witte ornamenten. Aan de hemelzijde afgewerkt  met donker teer- en lood.

Jugendstil én geïdealiseerd arbeidersparadijs (De Amsterdamse School); middenstand én ‘de grote elektrificatie van de Amsterdamse trams (Tramremise Tollensstraat). Het levert samen De Hallen op, een succesvol renovatieproject van een terrein dat al een eeuw lang ontoegankelijk en gesloten midden in een woonbuurt lag. Handig gebruikmakend van de romantiek van rails en ijzerbewerking, monteurs en trams en wellicht een enkele administrateur werd het eindelijk ‘van de mensen en de bedrijfjes’. Een geslaagd woningbouwproject met publiekspassage, alternatieve winkels, een kunstuitleen voor dummies, een bibliotheek, een vreetschuur, een cinema en wat zalen voor media-ondernemers. Hip en vrolijk. Ik kom er graag.

Het ruikt er lekker (veilig en saai) en is er droog. Het is een afkorting omdat de kade met de hoge huizen – aan de ene oever origineel, aan de remisekant als door een stiptekenaar ontworpen historisch – met de Ten Katemarkt verbonden wordt. Als je doorloopt over de markt naar links kom je uit bij wat sociale woningbouw uit de vroege jaren 80. Armoedige te kleine huizen die de ellendige nog kleinere huizen van de Kinkerstraat moesten vervangen. Alles afbreken, en een reusachtige Ziggurat-achtige flat opbouwen, een gebouw dat wijdbeens, aan iedere kant van de straat een poot van beton, de hele buurt in de schaduw zet, zei Den Uyl naar verluidt. Een echo van Le Corbusier. Het liep anders.

De Hallen én die buurt. Mijn korte wandelingen leveren steeds wat nieuws op:
Op een doordeweekse avond ga ik er naar de film.
Op een zondag in november, Nieuw in Nederland: Black Achievement Day. Midden in de overdekte ruimte, nét naast de bioscoop, zijn publiekstribunes opgesteld. Plotseling begint een operazanger te zingen. Hoewel ik op doorloop ben, ga ik even zitten. Beluister het afwissende repertoire. Naast me zit een trotse vader met zijn zoon.
Op een doordeweekse dag, een nieuwe spijkerbroek in een dure winkel, een luxe die ik me graag permiteer. Houdt ik van mode en kleren? Ik weet het niet. Zoals ik ook niet weet of ik van architectuur houdt. Ik heb me wel vaker voorgesteld hoe ik ga kijken als de galerijflats worden opgeblazen en afgebroken. Tegelijkertijd ergert het me als ze kwaadspreken over deze vorm van woningbouw.

Op een middag in mei ga ik speciaal naar De Hallen toe – Hannie Dankbaarpassage – om naar ‘Changeroom’ van Julika Rudelius te kijken. Het project is door Taak organiseert onder de noemer ‘Social Capital West #2’. Rudelius filmde enkele ouderen, ‘originelen’ zoals zij zegt, bekend in de buurt, die zich in een kleedkamer als elkaar verkleden; Een groepje paradijsvogels die het commerciële identiteitsverwisselingsspel van de Tollensstraat-remise en De Hallen naspelen. Terwijl ik reikhalzend naar de film op het lcd-scherm kijk dat boven mijn hoofd is opgehangen wordt ik aangesproken.

Herkent U zich in deze mensen? Vraagt een studente.
Ik denk het wel, antwoordt ik. Ik meen een vrouw met een rollator te herkennen. En heb ik die man niet gezien toen ik laatst naar film ging?  De Jonge Baantjer, omdat ik het wel leuk vond om wat langer naar Waldemar Torenstra te kijken.

Na afloop van de film loop ik met een vrouw naar buiten.
Erg he, zegt ze: Hoe ze die krakers hebben neergezet.
De film is nogal belachelijk. Ze speelt de jaren tachtig. Er zijn krakers; goede en slechte. Er zijn coke-handelaren. Er wordt een aanslag beraamd en de slechterik zit op het dak van Krasnapolsky, schiet op de koningin Der Nederlanden.
Nou, ja, zeg ik: Ik vond nogal meevallen
De vrouw loopt net wat harder door.
Ik kijk haar wapperende haren na, de alternatieve kleren, de stevige schoenen en herken een leeftijdgenoot. Een kraker misschien? En Route 10.

[1] Changeroom, Julika Rudelius, 23 mei 2019 — 30 juni 2019, Locatie: Hannie Dankbaarpassage, De Hallen, Amsterdam.  Social Capital West #2.
“Met haar nieuwe video-installatie Changeroom in de passage in De Hallen, neemt zij als onderwerp een groep waartoe zij zelf ook behoort, namelijk ‘de originelen’, de mensen die al decennia in deze buurt wonen. (…)Voor haar film brengt Julika Rudelius deze mensen ten tonele als acteurs in wisselende rollen. Voor de camera veranderen zij van positie, nemen elkaars gedaante en gedragingen aan, geven elkaar instructies en communiceren onderling met subtiele codes.”

 

 

EN ROUTE is een experiment waarin herhaling centraal staat. Het is een onderzoek naar de flexibiliteit van taal en de flexibiliteit van de waarneming. Hoe komen schrijven en (voort)bewegen samen als je steeds dezelfde routes neemt? index
top of page