tentoonstellingstekst – Armed and Relatively Dangerous

tekst geschreven naar aanleiding van de tentoonstelling Armed and Relatively Dangerous in Kunstfort bij Vijfhuizen.

Copyright: Saskia Monshouwer

Het Kunstfort bij Vijfhuizen is een markante plek. Het maakt deel uit van de stelling van Amsterdam, een verdedigingscomplex van sluizen, dammen en dijken bedoeld om grote stukken land aan de rand van de stad onder water te zetten. Aan het honderdnegenendertig kilometer lange verdedigingswerk werd circa twintig jaar gebouwd – vanaf het einde van de 19e eeuw tot ongeveer 1914. Het was de bedoeling dat de vijandige legers die naar de hoofdstad oprukten, vast zouden lopen in de drassige grond. Hoewel de linie nog niet af was toen de Eerste Wereldoorlog begon, werden tijdens de algehele mobilisatie die volgde verschillende regimenten in de forten gelegerd.

Het artikel begint met een korte weergave van de geschiedenis van het Kunstfort omdat zij de entourage vormen voor de tentoonstelling Armed and Relatively Dangerous.  Op deze expositie worden vijf marmeren beelden van de beeldhouwer Thom Puckey getoond.  Vijf prachtige jonge vrouwen, vier melkwit, één zwart gemêleerd die wapens dragen, messen, stenguns, mitrailleurs. Het Kunstfort met zijn lage enigszins gedrongen ruimtes en zijn rauwe functionele architectuur lijkt voor de periode van de tentoonstelling even op een klassieke glyptotheek  – een museum gewijd aan steen en sculpturen. Thom Puckey legt uit dat hij ter inspiratie voor zijn beelden veel naar oorlogsmonumenten keek en vertelt dat zijn grootvader tijdens de Eerste Wereldoorlog, die in Engeland de ‘Great War’ wordt genoemd, in de Vlaamse loopgraven stond. Er dus sprake van een directe, anekdotische relatie van zijn werk met het fort en die ene oorlog – ook al werd in het neutrale Nederland niet daadwerkelijk gevochten.  Maar, hoewel oorlog, wapens en seksualiteit de toon zetten, gaat het bij het werk van Puckey om meer dan om ‘de dood en het meisje’.

16 bedden, 29 kilo maltsiroop, 8 zakken gist, brood, citroenen en boter
Thom Puckey werd in 1948 in Bexley Heath, Kent, England geboren. Hij volgde verschillende kunstopleidingen en eindigde op de Royal College of Art in Londen. In de eerste jaren na zijn studietijd, van 1972 tot 1980, vormt hij samen met de kunstenaar Dirk Larsen het performance-duo  Reindeer Werk. Vanwege de democratiserende eigenschappen is de performance in zekere zin dé experimentele kunstvorm van de jaren zestig en zeventig mede vanwege haar democratiserende eigenschappen. Het is, volgens de kunstenaars, kunst voor iedereen. En ook in overdrachtelijke zin wordt de performance ingezet om de afstand tussen kunstwerk en publiek te verkleinen; het kunstwerk is geen afbeelding meer van de realiteit maar écht omdat kunstwerk en beleving samenvallen .Thom Puckey is door beide strevens aangedaan. In 1978, het jaar waarin hij zich in Nederland zal vestigen, doet Reindeer Werk een performance in de Appel.  Het duo installeert zich voor vijf dagen en nachten in de instelling en neemt 16 bedden, 29 kilo maltsiroop, 8 zakken gist, brood, citroenen en boter mee. “People were invited to “be” with them. To co-exist in the same time and space.[1]

Hoewel Thom Puckey gefascineerd is door het vermogen tot fysieke en spirituele overgave,  lijkt hij ook al vroeg te beseffen dat het streven naar directheid paradoxale aspecten heeft. Kunst is altijd fictie en dus altijd onecht; er is altijd sprake van een zekere afstand tussen het kunstwerk en de werkelijkheid, maar is een kunstwerk daarom ook onwaarachtig, of onwaar? Deze vragenreeks komt in zijn werk centraal te staan.  Al snel nadat hij zich in Amsterdam vestigde maakt hij zijn eerste installaties. Enkele motieven en inspiratiebronnen verbinden de vele verschillende betekenislagen. In de  installaties Five Houses, Five Cities (1983) die in Groningen, Amsterdam, Arnhem en Eindhoven te zien waren is dat de alchemie. Een tweede motief, de lens, wil ik hier iets verder uitwerken.

To Be Looked at (from the Other Side of the Glass)

In 1987 maakt Thom Puckey de  installatie True Light. [2] Het werk bestaat uit twee paspoppen, een man en een vrouw in 19e-eeuwse kledij die ieder aan één kant van een kruisvormig plankier staan. De man draagt een rode, de vrouw een groene ‘lens’.  In het midden bevindt zich een groepje marionetten dat verschillende attributen vasthoudt. Zo heeft één van hen een vergrootglas in de hand. In 1988 ontstaat Untiltled with Lens and Skeletons: een ijzeren frame dat  een compositie van twee skeletten en een grote lens omvat. Een blauwe, rode en zwarte kleurfilter bekronen het geheel.  Dit zijn maar twee voorbeelden die echter wel exemplarisch zijn. Gelet op de titel en de betekenis van de lens in de Westerse wetenschap en filosofie is het mogelijk om er enkele voor het oeuvre van Puckey belangrijke vraagstellingen uit te destilleren.

Vanaf het moment dat de astronoom Johannes Kepler (1571-1630) de werking van de lens doorgronde, is zij de focus voor gedachten over de waarneming  en dus ook voor de twijfel aan de waarneming en (zintuigelijk) bedrog. De vragen die Thom Puckey bezighouden zijn aan  wetenschapsfilosofische vragen gelieerd. Als je naar de titels van enkele opeenvolgende werken kijkt, zoals Every Thing I Say is Not True uit 1986 en True and False Lights uit 1987, merk je hoe de vragen over echtheid (van kunst), waarheid en trouw elkaar opvolgen. Thom Puckey is niet op zoek naar een antwoord. Het werk is geen puzzel die moet worden opgelost. Je wordt als toeschouwer met een specifieke situatie geconfronteerd.  De verwijzingen verruimen de betekenis. In het eerder genoemde werk True Light  worden waarheid en trouw met elkaar verbonden via een verwijzing naar Jan van Eycks Arnolfini portret (1434). Maar, je zou vanwege het motief en het woordspel ook kunnen denken aan werk van Duchamp, zoals het enigmatische To Be Looked at (from the Other Side of the Glass) with One Eye, Close to, for Almost an Hour (1918). Maar, met oog op het latere werk van Thom Puckey komt ook het onverwachte laatste werk van Duchamp, Etant Donnés, in aanmerking. [3] Dat lijkt volledig om seksualiteit en voyeurisme te draaien.

statuaria marmer
Hoe veel de marmeren sculpturen van vrouwen met wapens ook van zijn eerdere werken verschillen, er zijn meerdere verbindende factoren zoals zijn fascinatie voor lichaam en directheid die aan zijn performance-ervaringen gekoppeld kan worden. De aandacht voor de Lens wijst in de richting van zijn interesse voor film en fotografie. Zijn nieuwe werk is even non-conformistisch als zijn eerdere werken. Zijn materiaalkeuze en zijn aandacht voor het 19e-eeuws realisme zijn wellicht op te vatten als een breuk met het modernisme – terug naar het ambacht – maar bieden daarnaast volop mogelijkheden om met betekenissen te spelen en het publiek op een directe manier met kunst te confronteren.  

Het materiaal, marmer, is indrukwekkend. Je kunt de huid er op een prachtige manier mee nabootsen, iets wat je duidelijk ervaart als je voor de beelden staat. Het effect wordt versterkt door het contrast tussen hard en zacht. De hardheid van de wapens werkt anders dan de zachtheid en gedetailleerdheid van de huid. Maar hoewel het zonder twijfel om een realistische weergave gaat – je realiseert je al snel dat echte vrouwen voor het werk poseerden – is het ook een  ‘echtheid’ met absurdistische kwaliteiten. Het absurdisme zit hem wellicht in de posen die de vrouwen aannemen en in het gegeven dat zij wapens dragen, maar heeft ook met het materiaal te maken. Dan denk ik aan een werk van Emmanuel Fremiet (1824-1910)dat ik deze zomer in het Musée d’Orsay in Parijs bekeek, Pan en de Beertjes (1867). Het realisme van de blote billetjes en het bokkenstaartje van Pan werkten nogal vervreemdend.

Fremiet werkt in de tweede helft van de 19e eeuw. Thom Puckey wijst zelf naar een groep Franse en Italiaanse beeldhouwers van een generatie eerder, zoals Antonio Canova (1757-1822), Lorenzo Bartolini, (1777–1850), Jean-Antoine Houdon (1741-1828) en Giovani Dupré (1817-1882). Met de classicistische en realistische beeldhouwkunst als uitgangspunt, maakt hij hedendaagse werken. En opnieuw bevat het werk evenals de werken uit de jaren tachtig vele betekenislagen. Want juist in een realistisch werk kunnen echt en onecht, waar en onwaar in een spannende verhouding naast elkaar worden geplaatst. Je kunt dan denken aan de beeldhouwkunst maar ook aan de film. Vanaf het moment dat de eerste filmbeelden vertoond worden, vertegenwoordigt de film zowel de realiteit – denk aan Lumière en de documentaire- als de realistische verwezenlijking van de fantasie. Zij spreekt de waarheid en is (mede daarom) een ideale leugenaar.

All you need to make a movie is a girl and a gun
De werkelijkheid is altijd een (culturele) constructie en in het werk van Thom Puckey worden verschillende constructies met elkaar geconfronteerd. Het 19e-eeuwse realisme staat naast de 20e-eeuwse popcultuur. De beeldhouwkunst, herinnert aan bewegend beeld. Het realisme van zijn modellen staat naast de fantasmagoria van de film en de mythologie. All you need to make a movie is a girl and a gun, zegt hij de filmer Jean Luc Godard na. Hij zoekt naar drama en de wapens die de jonge vrouwen dragen versterken dit effect. Zij verwijzen naar kracht. Maar het Chicks ’n Guns-motief is ook een heldere en eenvoudige matrix om de vele betekenissen bijeen te houden. Met Duchamp in het achterhoofd speelt Thom Puckey een spannend dubbelspel. Het gebruikte marmer is even verhullend als onthullend. Omdat alles zo wit is en alleen in structuur is uitgewerkt, zal je sommige details in eerste instantie niet waarnemen. Je ziet ze pas als je nadert. Dit is pervers, hier niet gebruikt in de betekenis van ‘tegennatuurlijk’ die de Dikke van Dale vermeld, maar als  ‘eigenzinnig’ of ‘verdraaiing van de werkelijkheid’ zoals het Engels-Nederlandse woordenboek vermeldde. Want Thom Puckey speelt en verdraait. Als je naar Kim de Weijer as Amputee with 3 Pistols  (2010) kijkt, dan zie je hoe de toevoeging van het bh-tje de huid van haar borsten en hals nog zachter maakt. En als je naar de pistolen kijkt zie je ze de pistolen onmogelijk kan oppakken of gebruiken. Ze kan ze niet eens zelf bij haar benen hebben neergelegd. Is er ergens een ander?

Thom Puckey hanteert het realisme als verleiding, een vorm van directheid die de kijker medeplichtig maakt zoals sommige goede filmers doen. Hoe is het, To Be Looked at (from the Other Side of the Glass)?  Hoe is het om te kijken? De toeschouwer is niet medeplichtig aan geweld of obsceniteiten, de vrouwen en meisjes die door Thom Puckey werden uitgebeeld zijn kalm en zelfverzekerd, maar hij of zij neemt wel deel aan het verhaal. Je neemt deel aan de verschillende manieren waarop de werkelijkheid met hulp van beelden verdraaid wordt. Dat de pose van de vrouw op het werk  A.V. with Knife and RPG-7  aan Oedipus and the Sphinx van Ingres is ontleend, hoef je niet per se te weten. Maar als je het weet, wordt duidelijk dat het bij het beeld om een passieve, symbolische vorm van geweld gaat. Zij draagt de moderne wapens als een ouderwetse pijl en boog. Het werk Falling Figure with 2 Carbines  is geïnspireerd op Robert Capa’s foto The Falling Soldier het icoon van de Spaanse Burgeroorlog. Voor sommigen was het onverteerbaar dat de situatie die zo echt leek, wellicht toch geënsceneerd is. In combinatie met een tweede mogelijke inspiratiebron Herbert James Draper’s Lament for Icarus wordt de referentie aan het dode lichaam versterkt. Dit werk toont een heel dramatische versie van Icarus na zijn val.

Aan de confrontatie van de verschillende (culturele) beeldende en tekstuele betekeniscodes kan je  allerlei conclusies verbinden, bijvoorbeeld met betrekking tot de veranderende positie van vrouwen – in de 19e-eeuwse kunst was de verbeelding van vrouwelijk naakt aan strikte regels gebonden, terwijl nu alles mogelijk lijkt – maar dat wordt al snel moralistisch. Thom Puckey laat zulke conclusies volledig achterwege. Zijn werk is een confrontatie met het leven, en een uiteenzetting over de kunst die evenals de jonge vrouwen Armed and Relatively Dangerous is.

 


[1] Jan van Raay in Artzien vol. 1 Nr. 1 nov. 1978: www.otherthings.com/janvanraay/writings/reindeer.html

[2] Dit werk werd in 2010 op de Biënnale van Gwangju, Zuid-Korea, getoond.

[3] Marcel Duchamp, Etant donnés: 1. la chute d’eau / 2. le gaz d’éclairage’ voor het eerst getoond in 1969.

top of page