expositie – Facade

 

Arti et Amicitiae, Amsterdam, NL
21 juli – 17 september 2006

Bojan Frajfric SP/NL,  Martijn Engelbrecht NL, Goh Ideta JP, Klaas Kloosterboer NL, Michiel Kluiters NL, Sanja Medic SP/NL , Marc Nagtzaam NL/BE, Reinhoud Oudshoorn NL, Peter Struycken NL, Ralf Werner DE, Edwin Zwakman NL

Het gebouw van de kunstenaarsvereniging Arti et Amicitiae (kunst en vrienden) was het vertrekpunt van deze tentoonstelling. De vereniging die in 1939 werd opgericht, koopt twee panden aan het Rokin. Er wordt een facade aangebracht en het interieur wordt in verschillende fasen verbouwd en aangepast. De eerste verbouwing betreft het creeren van een tentoontellingszaal. Gerard Martin Tetar van Elven ontwerpt een glazen dakgewelf. Dan volgen de entreehal en de societeit die door Berlage worden aangekleed, het meubilair incluis. In de jaren 20 worden de tentoonstellingszalen opnieuw ingericht. Het 19e eeuwse dakgewelf gaat nu achter een glazen velum schuil.

  

  

  

Facade werd een tentoonstelling over tentoonstellingszalen en manieren van exposeren. Ralf Werner spiegelde in de grote zaal de lijsten van het jaren 20 plafond en trok ze door tot op de vloer. Michiel Kluiters fotografeerde het dakgewelf en maakte een installatie. Zijn werk kreeg een pendant in een olieverf schilderij uit de19e eeuw waarop de oude zaal in volle luister te zien is, en koning Willem III de schilderijen bewondert. Marc Nagtzaam speelde op zijn wandtekening met de contouren van zijn tekeningen in voorgaande exposities. Sanja Medic toonde een film in de Berlagehal, Bojan Fajfric ontwierp het geluid. Martijn Engelbregt fotografeerde zijn gestalte terwijl hij naar een eerdere tentoonstelling in Arti kijkt: de foto’s werden getoond op de banieren aan de facade van het gebouw.

  

  

Om in navolging van Christian Phillipe Muller de woorden aan te halen die Koning Willem III naar het schijnt gesproken heeft toen hij beschermheer werd van Arti: ‘Eh! bien prenons la plume.’

pers
Facade in Arti, Machteld Leij
NRC Handelsblad, augustus 2006

Met dank aan Arti et Amicitiae en het Amsterdams Fonds voor de Kunsten.

top of page