Falke Pisano; het verloop van verhalen

Falke Pisano
Falke Pisano’s solo show Vondervotteimittiss (the stories we tell) bij Gallerie Ellen de Bruijne in Amsterdam

 

 

Het is een paar weken geleden dat ik de tentoonstelling van Falke Pisano Vondervotteimittiss (the stories we tell) bij Galerie Ellen de Bruine bekeek. Soms is het goed om wat langer over een expositie na te denken, want hoewel het beeld niet is wat je van een expositie verwacht – je ziet stripverhaalachtige afbeeldingen op karton, verbonden met lijnen op de muur en tekst en schema’s – vind ik de expositie intrigerend. Ze houdt me bezig tot op vandaag.

Ik zal proberen om mijn fascinatie ter inleiding van mijn kritiek bondig te formuleren. Dat is niet eenvoudig, omdat de expositie over verhalen gaat en hun structuur. Maar het gaat ook over verhalen en hun relatie tot de werkelijkheid, ook verhalen en de positie van een verteller komen aan de orde. En hoewel het werk van Pisano zeker niet zweverig is, lijkt het soms ook over de invloed van het verhaal op de wereld te gaan. Wordt onze ervaring anders als het verhaal verandert?

Ik som de verschillende mogelijke invalshoeken op omdat alle varianten van de relatie verhalen en werkelijkheid in de expositie voorkomen. De installatie waarbij Pisano drie verhalen, die ook drie eerdere werken zijn in één expositie samenbracht is nou eenmaal niet eenduidig. Bovendien voelt  Pisano zich als kunstenaar vrij om meanderend en speels het verloop van de vertellingen en hun consequenties op te tekenen en te volgen. Wat niet wil zeggen dat er geen sterke samenhang is. De vierde en laatste vertelling is een cluster van vragen gesteld door een kunstenaar. Het zijn de vragen die het geheel verbinden.

Toch heb ik op deze manier mijn fascinatie nog niet verklaard. Dat ik de expositie mooi vind komt op de eerste plaats omdat het over literatuur gaat. Pisano baseert zich voor de installatie op drie bestaande verhalen: Edgar Allan Poe’s The Devil in the Belfry (1839), Virginia Woolf’s verhaal The Lady in the Looking Glass (1929) en Stranger, Bear Word to the Spartans We… / Wanderer kommst Du nach Spa… van Heinrich Böll (1950). Het zijn mooie verhalen. Bovendien ben ik sinds enige tijd bijzonder geïnteresseerd in de mogelijke raakvlakken tussen beeldende kunst en literatuur.

Maar, de verhalen zelf staan niet voorop. Pisano koos de verhalen uit met een reden die vooraf was geformuleerd. In een radiointerview vertelt ze, dat ze het verhaal van Böll bijvoorbeeld via internet vond omdat ze een verhaal zocht waarin de relatie lichaam en werkelijkheid een rol zou spelen. Het meest indrukwekkend is dan ook haar spel met de verhaalstructuur en haar onderzoek naar de verschillende artistieke en filosofische mogelijkheden ervan. Daarom kan je ook zeggen dat Vondervotteimittiss (the stories we tell), zoals eerder werk van Pisano, eigenlijk over verwondering gaat, en inzicht geeft in de mogelijkheden om de wereld te verbeelden en beschrijven.

Als je wat dieper op de onafhankelijke verhalen ingaat, wordt de thematiek zowel hechter als specifieker. De drie verhalen staan namelijk op zich zelf, maar vertegenwoordigen ook drie verschillende momenten in tijd en drie vertelperspectieven. Daardoor is het plausibel dat Piasano met haar werk ook kritisch naar specifieke maatschappelijke ontwikkelingen kijkt.

Het eerste verhaal van Edgar Allan Poe staat voor de 19e eeuw en heeft het vertelperspectief van de historicus. Het tweede verhaal van Virginia Woolf werd in de eerste helft van de 20e eeuw geschreven en wordt vertelt vanuit het perspectief van de observerende stem.  Het derde verhaal stamt uit de tweede helft van de 20e eeuw en representeert de visie van het slachtoffer. Het verhaal van Böll speelt zich af tegen de achtergrond van de Tweede Wereldoorlog. De chronologie is niet overal even belangrijk. Belangrijker is misschien dat het eerste verhaal over wetenschap (en tijd) gaat, het tweede over reflectie overdrachtelijk en letterlijk, terwijl in het derde verhaal fantoompijn een rol speelt. We ervaren zelfs ons lichaam pas dan als we ons kunnen oriënteren.

Pisano snijdt grote thema’s aan en verbindt drie bestaande werken Wonder-what-time-it-is (2017-2019) / No Man’s Land (2018-2019) / A Well-Known Stranger (2019). Dat kan omdat zijzelf als kunstenaar het begin en het einde van de cyclus is. In het werk wordt dus niet alleen gevraagd hoe het met de verhouding verhaal en werkelijkheid is gesteld, maar ook hoe de kunstenaar met deze verhouding om kan gaan. Door die laatste toevoeging is Vondervotteimittiss niet zomaar een theoretisch werk, en ook niet zomaar een werk vanuit een megaperspectief. Het is ook een werk waarin vanuit een persoonlijk perspectief aandacht wordt besteed aan de details en wendingen die van theorie een kunstwerk maken. Er is sprake van een zekere urgentie die ontroering toestaat.

Het koepelverhaal  Wonder-what-time-it-is deed dat voor mij wellicht het minst, waarschijnlijk vanwege de mannetjes, die maatschappij, chaos en orde vertegenwoordigen. Nét iets te schematisch. No Man’s Land en A Well-Known Stranger daarentegen wisten mij in hun schematische weergave en door de prachtige vertelstem wel te raken. De pictogrammen en schemata krijgen via deze stemmen betekenis.

No Man’s Land is een verhaal waarin een verteller op agressieve wijze de ware natuur van een niet getrouwde bewoonster van een huis dat hij bezoekt probeert te achterhalen. De vrouw die niet gekend wil worden blijft opaak voor de cultuurspecifieke blik van de bezoeker totdat zij zich – zo lijkt het – via een spiegel aan de wand van de gang aan hem openbaart. Wat me in dit verhaal trof was de nadruk op spullen. Vanwege mijn onderzoek naar verzamelingen was ik geïnteresseerd in de vraag of een persoonlijkheid reflecteert in de spullen die iemand heeft. Literaire beschrijvingen van spullen en verzamelingen zijn mooi, maar is het echt zo dat je daardoor iemand kennen leert? Voor mij verklaart dit perspectief iets van de magie van de dingen om ons heen. Maar terecht stelt het verhaal dat er ook veel verborgen blijft. Pisano koppelt overigens een mooie overweging over zelfreflectie aan het verhaal.

A Well-Known Stranger (2019) is het verhaal over een gewonde Duitse soldaat die in een gymnasium terecht komt dat als lazaret is ingericht. Daar zet hij zich uiteen met de kennis uit zijn verleden. De Duitse titel, bevat naast een referentie aan Spa een Belgische stad waar in de eerste wereld oorlog hard gevochten werd, ook een referentie aan Schiller. „Wanderer, kommst du nach Sparta, verkündige dorten, du habest/ Uns hier liegen gesehn, wie das Gesetz es befahl.“ Het slachtoffer is hier het perspectief, slachtoffer van culturele idealen, slachtoffer van fantoomervaringen. Zonder leren geen cultuur, en ook de ervaring van het lichaam heeft een oriëntatiepunt en referenties nodig…

Kortom, een bijzondere presentatie die nieuwe inzichten aandraagt. Een mooi voorbeeld van de manier waarop artistiek onderzoek kan functioneren. Niet als een parafrase op wetenschappelijk onderzoek, maar als een specifieke benadering van persoonlijke vragen. Pisano meandert, haar vertellingen zijn een manier van ‘wayfaring’ om met Tim Ingold te spreken, niet rechtlijnig, in vogelvlucht, geen ‘transport’ van a naar b, maar zoekend, menselijk, met achterlating van sporen.

Falke Pisano ǀ Vondervotteimittiss (the stories we tell) ǀ Gallerie Ellen de Bruijne ǀ 25 mei t/m 27 juli 2019

 

About the Aritst
Falke Pisano (Amsterdam) lives and works in Rotterdam. In her artistic practice she scrutinises the ways in which systems of thought are structured, formalised, and ultimately naturalised. Her series of works stem from long-term research cycles that delve deep into specific subject matters and undermine conventional frameworks of knowledge by triggering a continuous exchange between language, ideas, materials, and forms.

Her work has been exhibited and performed at venues including Stedelijk Museum, Amsterdam; Praxes Center for Contemporary Art, Berlin; The Showroom, London; De Vleeshal, Middelburg; Grazer Kunstverein, Graz; the Berlin Biennale; BAK, basis voor actuele Kunst, Utrecht; De Appel Arts Centre, Amsterdam; the Venice Biennale; Museo Reina Sofia, Madrid; the Biennale of Sydney; Manifesta 7; and the Istanbul Biennial. She has participated in residencies at NTU CCA, Singapore; M4gastatelier, Amsterdam; the American Academy in Rome; Capacete, Rio de Janeiro; and the Henry Moore Institute, Leeds. In 2013 she was awarded the Prix de Rome

top of page