‘I would prefer not to’ in SMBA – Stedelijk Museum Bureau Amsterdam & Hito Steyerl in het van Abbe Museum in Eindhoven

Het is een fantastisch mooie tweede paasdag. Het regent. Gisteren scheen de zon. Een ruisende sluier beweegt over de warme groene planten. Dat betekent rust en zachtheid. De vrienden die in een dorp tussen Tilburg en Den Bosch wonen, hadden een auto geleend en trakteerden ons op een etentje, een autorit en een museumbezoek. We bekeken het werk van Hito Steyerl. Een goede tentoonstelling waar veel over te zeggen valt. In het tweede gedeelte van deze tekst maak ik daar een begin mee. Maar eerst ‘I would prefer not to’ een groepsexpositie die plaats vindt in Stedelijk Museum Bureau Amsterdam. Twee dagen geleden bezocht ik de opening van deze tentoonstelling die werd gemaakt in het kader van het curatorenprogramma van Schloss Ringenberg. Ik ben nieuwsgierig omdat het thema me bevalt, Luiheid in de kunst. Ik moet meteen aan Marcel Duchamp denken, die zijn ready mades graag in dat licht bezag. Ik denk ook aan Yves Klein.

Er is een beroemde foto waarop Klein een sprong maakt. Hij laat zich vallen van een gebouw. Zij behoefte om als kunstenaar en judoka zulke zaken écht zelf te doen prikkelt de verbeelding. Ik ga internet op:
Le Vide, werd in 1958 gehouden in Iris Clerts galerie te Parijs. Het was een uitgewerkte mise-en-scène: de ruiten van de galerij waren blauw geschilderd en een gewelf van blauw weefsel was geïnstalleerd voor de ingang. De galerie zelf was helemaal leeg en de muren waren door Klein zelf  witgeschilderd. Vóór de opening sloot hij zich 48 uur lang alleen op in de galerie ter versterking van de artistieke atmosfeer. Op de opening kregen de gasten een blauw drankje, waardoor hun urine blauw kleurde (…)” aldus Wikkipedia.

yves-Klein-dreamcurrents-heart-attack1

Mijn uitweiding over Ives Klein verraadt al een beetje wat ik van de opening in het Stedelijk Museum Bureau vond. Niet veel dus. Het was te druk. Het spaarzame werk dat te zien was, was zo conceptueel dat allerlei onzinnige details in mijn geheugen blijven hangen, zoals hoe ik een vriend ontmoet en spreek en hoe ik een filmfragment zie van iemand met gevouwen handen, terwijl ik denk: wat een onzin.

Ondanks her fantasievolle thema prikkelt het werk ter plekke niet: Niet de rondleiding/performance The Artist Without Works (A Guided Tour Around Nothing) van Dora Garcia, een rondleiding door het niet-bestaande werk van een fictieve kunstenaar die weigert om iets te produceren – te luid, te Engels en gechargeerd; niet de tekst loop van Celine Berger, ‘Mission’ 2012 – te kaal, al eerder gezien. Eigenlijk gaan deze werken niet over luiheid. Ze vormen een protest tegen een al te grote economische en maatschappelijke druk. Hoe kan de kunst aan die druk ontsnappen, lijkt de vraag.
Ik kijk naar de hangmatten van de Argentijnse groep Et cetera. Een kennis wijst me op een boek van Herman Melville dat als onderdeel van dat werk op de grond ligt, een kopie van de novelle Bartleby, the Scrivener (1853). Weer ben ik nieuwsgierig. Weer ga ik internet op. Het verbaast me niets, dat deze en twee ander novellen van Melville gratis te downloaden zijn. Misschien is het makkelijker om over luiheid te lezen, dan om luiheid te zien. Lezen is een activiteit waarvoor je stil moet zetten, plezier en werkzaamheid worden gecombineerd. Je hersens kraken terwijl je niets doet.

De tentoonstelling van Hito Steyerl in het van Abbe Museum is wel verassend. Ook hier lees ik terzijde allerlei stukken om het werk te begrijpen, een essay van Sven Lüttiken, essays va Steyerl zelf op e-flux. In dit geval  is de expositie het vlammende, aandachttrekkende centrum.
Per ongeluk bekijken we de tentoonstelling achterstevoren. Eerst een laatste werk gebaseerd op Shunga, Japanse erotische houtsneden. Verknipt en uitvergroot worden zij op verschillende schermen geprojecteerd. In de daarop volgende zaal zijn de drie films te zien die ik het beste vond: ‘November’ uit 2004, een film over de jeugdvriendin van Steyerl, Andrea  Wolf die zich aan zal sluiten bij de PKK , de lezing / performance ‘The Body of the Image’, uit 2011 waarin Steyerl spreekt over de minislagvelden die overal ter wereld te vinden zijn, waar mensen stierven / en sterven, wapens werden / en worden leeggeschoten, alles geregistreerd terwijl er toch niets overblijft; en vooral de film ‘Lovely Andrea’  uit 2007. In de laatste film gaat ze opzoek naar zichzelf. Ze zoekt sporen uit een tijd dat ze de naam Andrea als pseudoniem gebruikte en werkte als bondage-model.

De werken in deze zaal maken veel indruk.
Mijn eerste gedachte is: mijn god, wat hebben we zulke kunstenaars, die zich uiteenzetten met al het beeldmateriaal en alle informatie die om ons heen door de lucht zwerven, hard nodig.
Dan denk ik: waar gaat dit in godsnaam over.
Dan langzaam herken ik enkele beelden en waar het om gaat. Heel erg mooi vind ik de tamelijk associatieve overgangen. Wild. Het klopt niet meer helemaal. Een overeenkomstig symbool, bijvoorbeeld de naam Andrea functioneert als schakel. Daarom, vanwege die vorm van schakelen, hou ik ook als ik straks alle zalen en werken heb gezien toch het meeste van deze zaal: We zijn, spiderman incluis, alle maal gevangen in het web. En terwijl zij haar tijdens de lezing the body of the image gebruik maakt van een vorm van hedendaagse archeologie en naar sporen zoekt, moet ik denken aan hedendaagse oorlogsvoering, aan spionage en de merkwaardige schaduwwereld die het militaire eigenlijk is. Steyerl zoekt naar verbanden tussen de vele filmbeelden en foto’s in de media en de werkelijkheid; tussen kleine bijna onzichtbare gebeurtenissen en de hele grote die niemand over het hoofd kan zien. Wat wij als mensen meemaken verdwijnt achter het nieuws. Of als beeldmateriaal tussen de pixels.

Het essay van Sven Lüttiken, Hito Steyerl: postcinematische essays na de toekomst, Van Abbemuseum radically-yours essay kan ik alleen maar lezen op de computer, omdat ik steeds na moet kijken waar hij het eigenlijk over heeft. Dat is een probleem. Van Steyerl als kunstenaar kan ik associaties accepteren. Ik bewonder dat bij haar. Ze hoeft geen waarheden te vertellen. Verwarrende ervaringen, drogredeneringen, angsten en onzinnige verbanden maken deel uit van haar werk (ook omdat ze deel van ‘onze’ media-ervaring zijn).  Maar een beschouwer moet het kloppend maken. Lüttiken schrijft over Steyerl alsof zij een onderzoeker is, alsof zij uiteindelijk een coherente theorie heeft. Maar is dat zo? De notitie van Lüttiken over essays en filmessays zijn het leukst: zinvolle informatie. Zijn kritiek is onzin. Daarom komt hij tenslotte weer bij conformisme uit. Natuurlijk is ook het werk van Steyerl uiteindelijk conformistisch, maar dat is alle kunst, altijd. Kunnen we daar nou eens over ophouden.

Steyerl maakt videofilms en schrijft essays. In beide reflecteert zij op de huidige mediacultuur. Haar werk bestaat uit fantasieën, kritieken, verhalen die uit dit materiaal gedestilleerd kunnen worden. Hoewel zij kritisch is, is het niet de oprichting van een nieuwe partij (het geile nichtje van De Piratenpartij). Niet het schrijven van een nieuw handboek voor Communicatiewetenschappen.

I would prefer not to │ Curatoren Stefanie Humbert, Stephanie Noach│ 18.4 – 8.6.14SMBA Amsterdam – Schloss Ringenberg Hamminkeln (Duitsland)
met: Céline Berger, Etcetera…, Dora Garcia, Goldex Poldex, Jos de Gruyter en Harald Thys, Stefan Müller, Mladen Stilinovi

Hito Steyerl 12.4 – 22.6.14Van Abbe Museum Eindhoven

 

top of page