Minimal Art in Kunsfort bij Vijfhuizen en onderweg een betonnen berenbrievenbus

Ester Stocker Environement 2014 Kunstfort bij Vijfhuizen

Esther Stocker en Navid Nuur op de achtergrond

Het was een fijne fietstocht, weer eens door wild en overdadig waaiend groen fietsen. Het begint bij de brug in West, achter het Surinamerplein, onder de snelweg door. Daar heb je een modern en stoer doorkijkje. Onder de brug waar het talud de grond raakt liggen grote grijze rotsblokken. Het is beleid om er takken van bomen te laten liggen die langzaam drogen en grijzer worden, even grijs als de enorme met graffiti versierde betonnen pijlers. Het licht is contrastrijk, diffuus onder de brug, en licht heel wit en zichtbaar in het blikveld daarachter, waar de zon schijnt. Het groen van het riet en de deinende wilgentakken zijn heel zichtbaar en als van zilver.Ik knijp mijn ogen tot spleetjes. Daar zie je ook het paars en geel van het bloemenrijke onkruid, de kattenstaarten en het gras.
Ik ga bij Sloten via de Ringvaart naar het Fort – Kunstfort bij Vijfhuizen – een route die ik goed ken. Tijdens het fietsen bedenk ik dat ik via Spaarnwoude terugga, waarschijnlijk is dat gunstig. De wind in de rug en ik vind de Liede zo mooi! Daar verheug ik me op!

Maar op dit moment bevind ik me nog naast de moerassige gronden bij Zwanenburg/Halfweg. Tussen het riet en de blote zandgrond staat hier en daar een bedrijfsloods en een oude molen. De loods schittert zilver en zwart. De molen draait. En ik kijk naar het terrein vol kassen bij Zwanenburg. Ik zie een weide vol puntige glazen daken.
Vliegtuigen dalen traag richting Schiphol. Ze vliegen laag. Een enorm toestel is bekleed met donzige witte wolken. Het verdwijnt half achter de mistige flarden en verschijnt weer; een vriendelijke luchtwalvis. Kleine pittige vliegtuigjes van goedkope maatschappijen vliegen lager, kleurrijk oranje. Je kan de opschriften lezen. Ze vliegen hun nieuwsgierige gladde snuiten achterna.
Mijn benen zijn sterk. Het gaat heel gemakkelijk. Ik krom mijn vingers om het stuur en som de merkwaardige en volstrekt nutteloze details op: een witte uitgebleekte pinguïn op een oeverpaal, vale resten rood om de neus; Dat zou een aalscholver kunnen zijn, of zijn die toch heel anders? Ik denk aan de manier waarop de oervogel zijn vleugels laat drogen in de zon. Een heel kleintje dan? Voor het huis waar ik langs fiets staat een betonnen beer, een betonnen berenbrievenbus. Het volgende huis heeft een enorme platte boeddha in de tuin, een vierkant stuk beton met aan één zijde een reliëf vol roet of ander zwartsel: zijn portret. Ik ben al weer ter hoogte van de suikerfabriek. Het gaat snel.

 

Lucas Lenglet Canary in a Coalmine 2008-2014 Kunstfort bij Vijfhuizen

Lucas Lenglet, Canary in a Coalmine, 2008-2014

Minimal Art in het Kunstfort, althans een vijftal jonge kunstenaars die je mogelijk in deze traditie plaatsen kan. Nathalie Zonnenberg heeft de tentoonstelling samengesteld, en aangezien ik haar naam regelmatig tegen kom,  ben ik nieuwsgierig. Ik ben ook nieuwsgierig naar de kunst, want hoe dan ook, kunstenaars die door modernistische stromingen zijn aangedaan interesseren me meer dan anderen.

SIZE MATTERS

In de poterne, de grote centrale verzamel- en doorgangsruimte van het fort is werk van Esther Stocker te zien. De wanden en de muren zijn bezaaid met zwarte geometrische figuren: Rectangles versus Triangles. Het is vooral heel mooi vanwege het licht dat van achteren door de twee glazen deuren aan de zijkant van de poterne naar binnen valt. Het is een soortgelijk effect als onder de snelwegbrug: scherp licht dat lange schaduwen trekt en een prachtig contrast doet ontstaan tussen de donkerte binnen en het zonlicht buiten.
Maar, hoe mooi dan ook, aan het werk van Esther Stocker kleven enkele bezwaren: Als ik haar werk op internet bekijk, blijkt dat zij vaak het zelfde doet. En zelfs als zij hele andere structuren onderzoekt, geometrische patronen met een foutje of een deuk, of wanneer zij in andere media werkt, schilderijen maakt of computeranimaties, lijkt alles op hetzelfde idee gestoeld. Dat maakt haar werk wat glad. Geschikt voor opdrachten. Ze balanceert op het randje tussen kunst en vormgeving. Dat is niet altijd erg, maar hier twijfel ik een beetje.

Energengy Blankets Navid Nuur Kunstfort bij Vijfhuizen 2014

Navid Nuur, Emergengy Blankets, 2014

In een tweede ruimte (links achter) kom ik tot mijn verassing en grote plezier werk van Lucas Lenglet tegen. ‘A canary in a coalmine’ een werk dat hij in 2008 voor het Stedelijk Museum Bureau Amsterdam (SMBA) maakte. Drie kolommen van geel metaal, gerasterd als dik en stevig gaaswerk, of dunne matten voor gewapend beton. Ze staan in de benauwde lage ruimte links van de poterne. In de achterste kolom vliegt een kanarie. Ook de voerbakjes zijn geel.
Het is natuurlijk een fantastische verdubbeling: Veiligheid en angst in het donkere, natte fort. Veiligheid en angst in de koele, vrolijk gele, opengewerkte pilaren. Zijn werk is dus niet alleen minimaal, maar ook in hoge mate symbolisch: Kropsla moet ik denken, staal en papegaaien, Arte Povera, Kounellis.
Het wordt pas echt grappig als je de waarschuwingskanarie van Lenglet in verbindt met dat vreemde, erg leuke onzichtbare werk van Navid Nuur: Hij bracht vitamine D op de muren aan om het gebrek aan zonlicht in het fort te compenseren.

Ja, het is een leuke tentoonstelling omdat vijf interessante kunstenaars vergeleken kunnen worden. Zodoende is het mogelijk om na te denken over hun werk in een bredere context. Is het de moeite waard? Esther Stocker vind ik wat glad, het werk van Lenglet enigszins onderkoeld, maar ik te weinig van hem gezien om echt te kunnen oordelen. Ik vermoed, zeker met oog op de interessante fotopresentatie in de Backspace van Stigter Van Doesburg, dat hij wel wat in zijn mars heeft.

Navid Nuur vind ik slordig. In het fort zijn vier werken van hem te zien. Hij heeft dus het meeste werk. Een grote onderbroken cirkel tegen de achterwand van het fort, een plek die vanaf de ingang zichtbaar is. Een wand met aluminium nooddekens in de lange gang rechts, en een rookschilderij. Die laatste heb ik niet in affe staat gezien. Het is het resultaat van de performance en het regende te hard om te wachten tot het doek uit het provisorische rookhutje werd gehaald. ‘Oorspronkelijk is deze performance met een heel huis gedaan’, hoor ik iemand zeggen. Waarom zo’n handeling dan in slappe vorm opnieuw uitvoeren. De nooddekens ritselen, heeft vast iets met isolatie en reflectie van doen, maar is dat alles? En dan die gebroken Dan Flavin?
De overdracht van ideeën is bij kunststromingen als het minimalisme en de conceptkunst in zeker opzicht een probleem. Het werk van Eva Berendes uit Berlijn, een klimrek, ‘woensdag’. Het vervolg op ‘maandag’ en ‘dinsdag’ is prachtig, maar ik moet wel onmiddellijk aan de zeer door mij bewonderde Martin Boyce denken. En als ik dat op internet na ga, meer werk van Berendes bekijk en dan van Boyce, worden de overeenkomsten eerder sterker dan zwakker.

Miners Remco Torenbosch Kunstfort 2014 Salarium Remco Torenbosch Kunstfort 2014
Miners & Salarium, Remco Torenbosch, 2014
Ik maak de foto’s met een simpele camera, vanwege de flits verdwijnt het effect van de rode lampen bij de ‘miners’.

Eigenlijk vind ik Remco Torenbosch het meest interessant: Eerst vraag ik me af wat dat moet met die ‘miners’, supercomputers die online bitcoins en andere digitale valuta delven. Ik zie stomme zwarte kastjes en rode lampen, meer niet. In de hal bij de cisterne ligt een langwerpig stuk zout. Dat werk valt op, en ik vind het mooi. Vochtvlekken op de vloer. Ik denk aan uitdrogen en het werk doet zich aan me voor al LandArt.
Maar als ik aan iemand vraag hoe het nou eigenlijk zit, blijkt de samenhang interessanter dan ik dacht. Het zout is vroeg geld (en moet niet smelten maar inharden). De miners delven het nieuwe geld. “Torenbosch heeft de harde schijven aangepast door ze deels te overschrijven met sociaal economische data uit de mijnindustrie”, lees ik. Mooi, simpel en relevant, zonder dat het anekdotisch en louter symbolisch wordt. En dat zou de eindconclusie kunnen zijn: het werk van deze tamelijk jonge kunstenaars is vooral goed en prikkelend als ze een juiste input weten te creëren, een interessante verbinding met de buitenwereld tot stand brengen. Je hoopt op een betekenislaag die niet alleen metaforisch is, maar ook concreet, reëel. Want die combinatie moet in evenwicht zijn. Daar is een mogelijkheid om het werk op spanning te brengen, onderscheid te maken, ook als het werk zelf mogelijk industrieel vervaardigt is of uit ready mades bestaat.

Navid Nuur Rookschilderij 2014 Kunstfort Navid Nuur 2014 rookschilderij Kunstfort

 Navid Nuur, Rookschilderij, 2014

In de stromende regen fiets ik terug. Het is niet koud. De windmolens bij het westelijk havengebied steken scherp en wit af tegen de regenlucht. De gebouwen hebben schutkleuren: wolkengrijs, nevelwit en watergroen.

Size matters│curator Nathalie Zonnenberg │Eva Berendes, Lucas Lenglet, Navid Nuur, Esther Stocker, Remco Torenbosch │6.7 – 31.8.14Kunstfort bij Vijfhuizen 

 

 

top of page