Tomorrow Never Knows: een fijne tentoonstelling waarmee Arti z’n nek uit steekt

ArtiSachiMiyachi2015-6

Tomorrow Never Knows is een experimentele Beatles song van het album Revolver uit 1966 en staat vermeld als een van de eerste dronecomposities in de popmuziek; het nummer is gecomponeerd in slechts één aanhoudende grondtoon, de C. Bovendien is het de eerste popsong die voor het grootste deel uit (analoge) samples bestaat. Deze wikipedia-informatie is handig als je de opzet van de gelijknamige expositie in Arti et Amicitae in Amsterdam wilt vatten, want zij is ongebruikelijk van opzet; hoewel, net iets minder dan het begrippenapparaat van de organisatoren wil suggereren, een ‘hybride en dynamische kunsthal’, ‘meta-platform’, internet, nieuwe technologie, do-it-youself (DIY)….

Als je gaat kijken, blijken gangbare begrippen ook te voldoen. Er zijn simpelweg meerdere tentoonstellingen. Dat is in de zalen van Arti niet ongebruikelijk. Er zijn twee presentaties van gastcuratoren, de Rotterdamse Galeriehoudster Rianne Groen en de verzamelaar Alexander Ramselaar. Er zijn twee solopresentaties van kunstenaars, namelijk een installatie van Sachi Miyachi en een presentatie van blogger Niek Hendrix. Zijn Lost Painters is naast het Rotterdamse Trendbeheer een van de beeldbepalende webmagazines.

En dan is er nog een beweeglijk programma waarvan de deelnemers wat overmoedig artists-in-residence worden genoemd. Dat ik het begrip wat vreemd gekozen vind, wil niet zeggen dat de presentatie slecht is. Die is leuk en levendig. Het gaat om performances en een zaalinrichting van de kunstenaars Kasper Jacobs en Frank Koolen en iedere opeenvolgende vrijdag zal er een nieuwe presentatie en een nieuwe opening zijn. Nu vrijdag het Eddie the Eagle Museum, een initiatief van twee vormgevers en een kunstenaar die in de Tolhuistuinen gevestigd zijn; dan Maze de Boer, kunstenaar en ontwerper van theaterdecors; gevolgd door de tekenende Roos van Haaften die gefixeerd is op licht; en last but not least Feiko Beckers. Iedere week is in deze zaal dus iets anders te zien. Een goede reden om de tentoonstelling in de gaten te houden.

ArtiKasperJacobs&FrankKoolenjuni2015 ArtiKasperJacobs&FrankKoolenjuni2015-3

Een beetje tribal
De relatief complexe opbouw maakt een bespreking niet eenvoudig, maar onmogelijk is het niet want er is wel degelijk sprake van een samenhang, een grondtoon of drone. De wanden van alle Arti-zalen zijn donkergrijs van kleur. Dat heeft een sterk esthetisch effect. Daarnaast worden de verschillende onderdelen, of samples, erdoor verbonden. Laten we een rondgang doen:

De eerste zaal is die van de wisselexpositie. Toen ik er was, was er werk van Kasper Jacobs en Frank Koolen te zien die in 2007 een samenwerking zijn aangegaan. Hun presentatie en performance waren gerelateerd aan een verblijf in 2014 op Curaçao. Een film Play Curaçao was het eindresultaat van hun activiteiten, een combinatie van kunst en sociale praktijken zij samen met het door David Bade opgerichtte Instituto Buena Bista (IBB) op Curaçao en A.P.E (Art Projects Era) in Rotterdam verwezenlijkten.

Play Curaçao is een goed voorbeeld van de manier waarop tegenwoordig kunst ontstaat. Kunstenaars begeven zich in een situatie en gaan met de mensen die zij tegenkomen aan de slag. Voor Koolen en Jacobs waren dit jongeren op Curaçao. In een setting die voor de jongeren min of meer vertrouwd was, werd een verkleed partij georganiseerd die in de verte refereert aan autoraces (zwart-wit geblokt en vlaggen) maar ook verwijst naar zoiets als traditionele dansen. Dat laatste wordt althans gesuggereerd door een protest bord dat in de zaal van Arti tegen de wand staat. Verder is in die zaal een klein vierkant podium neergezet, waarop, zo liet een Arti-medewerkster zien, de performance werd gedaan door een kleine vrouw die de witte helm droeg. Zij zong een droevig lied. Het was mooi, zei de Arti-medewerkster en ik vond ook dat het goed klonk.

Voor een interpretatie moet ik wat langer nadenken. Wat zie je? Iets dat zowel exotisch is, als popmuziek-modern; een combinatie van kleding, een beetje tribal (urban tribal, island tribal), een beetje sport en muziek. De fantasievolle entourage is aantrekkelijk, maar het heeft ook iets oppervlakkigs. De stijl voert terug naar videoclips en het werk van Melanie Bonajo en misschien David Bade.

Kasper-Jacobs-en-Frank-Koolen-750x563

Koolen en Jacobs beten de spits af: komende vrijdag gevolgd door het Eddie the Eagle Museum, een door twee vormgevers en een kunstenaar opgezet initiatief dat vanuit de Tolhuistuinen in Amsterdam opereert. Het kleine programma met de verschillende kunstenaars en kunstenaarsgroepen is vooral heel hip, en daar is natuurlijk niks op tegen. Op grond van de beelden op internet ben ik zelf vooral nieuwsgierig naar de performance van Feiko Beckers.

ArtiNiekHendrixJuni2015  ArtiNiekHendrixJuni2015-2

Drie grijze zalen, waarin de spanning wordt opgebouwd
Dat was de eerste zaal. Over de tweede van Niek Hendrix kan ik korter zijn. Ik bewonder zijn blog, zou zelf niet bloggen als ik het oninteressant zou vinden. Maar de presentatie is de sterkste niet: Hendrix toont wat schilderijen en een installatie die aangeven dat hij zich bezig houd met beeld en beeldillusies, met schilderijen, hun tradities en bedrog. In dat kader presenteert hij beeldmateriaal van zijn blog. De presentatie is niet slecht, maar maakt niet zoveel indruk, waarschijnlijk ook vanwege het rococo-gebaar in de zaal die volgt: de tentoonstelling Grand Gestures van Rianne Groen.

index

Deze presentatie is overweldigend esthetisch. En dat is volgens de begeleidende tekst ook de bedoeling, romantiek in een tijd waarin mensen denken dat kunst meestal betrokken is. De zaal is visueel overrompelend, met twee glanzende foto’s van Scarlett Hooft Graafland aan de wand, even barok en glimmend als de twee vazen met lelies van Simon Kentgens die tegen de achterwand staan (Bloom uit 2013). Het is zo grijs en romantisch dat je de andere werken niet ziet, noch Kentgens aangepaste Ikealamp Lertsa uit 2013/2015, nog het ingetogen werk van Luuk Schröder dat uit een pas en pasfoto’s bestaat, en eigenlijk zie je ook de film van Bas Wieringen helemaal niet. Je ziet alleen nog de Rob Scholte-verwijzing van Sven Sachsalber, een hele rij prints met varianten van het huilende zigeunertje. In een grimmige stemming zou je kunnen denken dat de hedendaagse kunst inderdaad nog maar twee vragen stelt: Wat is het verschil tussen kunst en vormgeving? En wat het verschil tussen kunst en sociaal gebaar?

ArtiSvenSachsalberJuni2015 ArtiSimonKentgens2015

Een ingetogen helletocht
Maar die grimmigheid slaat in de zaal die Alexander Ramselaar onmiddellijk om in enthousiasme. Ook hier vooral moderne fotografie, uit de serie Water van Edward Burtynsky, van Dolores Marat, van Anya Gallaccio, maar alles wordt perspectief getrokken door de installatie O.Giro Down van Ronald Cornelissen. Het gaat om een groot bouwwerk van kartonnen platen met enkele vreemde accenten, zoals een prachtige auditieve constructie, een bolle spiegel, en een doorkijkje. Deze trage platte installatie met vele verborgen betekenissen gaat een spannende relatie aan met de foto’s aan de wand. Er ontstaat zelfs een relatie met de installatie van Sachi Miyachi in de volgende zaal.

Het werk van Ronald Cornelissen lijkt abstract. Maar het geluid is een mix van de Black Diamond Express Train to Hell, van de Amerikaanse Dominee A.Nix die in 1923 een opsomming geeft van alle zonden die leiden tot een hellevaart. Nix heeft obsessief alle zonden verzameld van Dante tot Miraj Nahmeh (een 14e-eeuwse islamitische schrijver) en Cornelissen verbindt deze met reeksen namen van immigranten die hij ergens in het werk verborgen heeft.

De presentatie van Ramselaar leert je ook iets over de fotografie. Vaak vind ik foto’s saai, omdat de fotograaf om stijlvast te zijn steeds dezelfde technische trucks moet herhalen. Dat gaat ten koste van de inhoud die alleen bewaard blijft wanneer de context de betekenis versterkt. Dat laatste is in deze presentatie het geval. Esthetiek en ethiek van het werk van Cornelissen maken dat de foto’s hun inhoud behouden en naar echte activiteiten van echte mensen verwijzen. Overigens is er één fotograaf die aantoont dat dit ook alleen met foto’s kan, Philipe van Wolputte. Ik was zeer onder de indruk van dit werk, en als ik na ga wat hij verder heeft gedaan, blijkt hij een creativiteit en wendbaarheid te bezitten die de inhoud van zijn werk niet laat verdwijnen on de stilering, maar versterkt.

ArtiRonaldCornelissen2015-2   ArtiRonaldCornelissen2015-1 ArtiRonaldCornelissen2015-4

Conclusie
Het is dus bijna teveel dit meta-platform in Arti waar de curatoren Arjen Lancel, Radek Vana en Mandra Wabäck het publiek op trakteren. Maar er zijn veel interessante details. Er is radio van Moritz Ebinger en Hans Kuiper, radio Neverno; en in de installatie van Sachi Miyachi die roze Arti-verf ontwikkelt, herken ik onmiddellijk de rollen behangpapier van Cristian Philipe Muller’s, Et bien prenons la plume, een Arti-tentoonstelling uit 1988. Na de naargeestige expositie van Kees Verweij waarmee het jubileum opende (de lelies van Kentgens lijken aan de vreselijke opzet van diens bloemschilderijen en bloemstillevens in de sociëteit van Arti te verwijzen) en de aardige Arti Salon; NU een fijne zomer tentoonstelling waarin Arti in ieder geval weer eens zijn nek uit steekt.

 

ArtiSachiMiyachi2015-2 ArtiSachiMiyachi2015-8

ArtiSachiMiyachi2015-4

Tomorrow Never Knows, Arti 175 jaar
een tentoonstelling van: Arjen Lancel, Radek Vana, Mandra Waback
met werk van: Sachi Miyachi, Rianne Groen, Alexander Ramselaar, Niek Hendrix, Radio Nevero, Kasper Jacobs & Frank Koolen, Eddie the Eagle Museum, Maze de Boer, Roos van Haaften, Feiko Beckers, e.a.
Van 5 juni t/m 6 juli 2015 in Arti et Amicitae in Amsterdam

ArtiSachiMiyachi2015-1 ArtiSachiMiyachi2015-7

 

top of page