Beyond Aesthetics

Een bespreking van de essay bundel Beyond Aesthetics; Use, Abuse and Dissonance in African Art Traditions van de Nigeriaanse theatermaker, schrijver en nobelprijswinnaar Wole Soyinka (Ogun, Nigeria, 13 juli 1934).

index

… Misschien komt het door Corona, misschien hebben Black-Lives-Matter-activisten de aandacht van het voorval afgeleid, misschien is het onder tafel gemanoeuvreerd door een bezorgde museumdirectie; maar aan het bericht dat enkele Franssprekende activisten in Berg en Dal een beeld uit Congo stalen is relatief weinig ruchtbaarheid gegeven. Ja, het filmpje van de man met het beeld in de arm, was op veel plekken op internet en in de krant te vinden. Lange donkere blouse aan, een ketting van tanden, donkere alpinopet op, maar nergens werd zijn naam genoemd, noch die van zijn kompanen. De naam van de directeur van de museumkoepel waar het museum van Berg en Dal onder valt, werd daarentegen wel vermeld. Hij was er als de kippen bij om het publiek erop te wijzen dat het musea aan een protocol voor teruggave werkt en dat het spoedig duidelijk zou zijn hoe zo’n proces moet verlopen en wie en welke objecten daarvoor in aanmerking komen. Zaak afgedaan!

… Misschien moest ik daarom aan dit voorval denken, toen ik besloot om ‘Beyond Aesthetics’ van de Nigeriaanse schrijver en Nobelprijswinnaar Wole Soylinka te bespreken. Een niet al te dik boek, zo’n 150 pagina’s, verschenen in 2019 bij Yale University Press. Ook Wole Soyinka eigent zich gestolen cultuurgoed toe, maar dan in tekst. Daarmee brengt hij de doelstelling die hij deelt met de Franssprekenden  een flinke stap dichterbij. (Nederlanders – Portugezen, Belgen, Britten, S.M. – hebben door het vernietigen en plunderen van Afrikaanse kunstwerken de inspiratiebron van onze kunstenaars en onze ambachtslieden opgedroogd, schrijven zij onder de filmbeelden op de facebookpagina Bobisa Média.) [1] Soyinka pleit voor Afrikaans eigenwaarde én een zichtbare, hoorbare plek in de wereldcultuur.

Het verhaal dat Soyinka schrijft, begint met een flitsend voorwoord waarin Afrikaanse monumenten de hoofdrol spelen. De hoofdtekst is in drie hoofdstukken verdeeld, drie essays eigenlijk, waarin Soyinka zijn visie geeft op de culturele ontwikkeling van Afrika en zijn (persoonlijke) hoop voor de cultuur van de toekomst. In het eerste hoofdstuk neemt hij zijn collectie als uitgangspunt, een verzameling godenbeelden, Yoruba-goden en -voorouders, die hij als zijn ‘extended family’ beschouwd. In het tweede hoofdstuk dat bij twee grote sculpturen uit dezelfde collectie begint, een aap en een zittende vrouw (die hij een ‘kariatide’ noemt) zal hij terugblikken op het ontstaan van Boko Haram, en zich afvragen hoe deze geschiedenis zich tot de ‘zwarte’ geschiedenis van de Yoruba en Nigeria verhoudt. Het derde hoofdstuk waarin hij Nigeriaanse televisieproducties met Bollywoodproducties vergelijkt, heeft een meesterlijk mooi begin:
I once hallucinated at Heathrow airport hotel” schrijft hij: “I stepped out of my room into the familiar long corridors and its geometric functionally sparse architecture, turned a corner, and – was hit by an explosion of colours.” (…) “What had slammed across my sidelines was this (…) goddesses in multicoloured chiffony attires had taken over the space.”
Dit verschijnsel blijkt, als zijn jetlag-roes geluwd is, een Hindoestaans gezelschap te zijn.

Het boek over Cultuur in Afrika, of, zoals om de ondertitel van Soyinka te gebruiken, over: ‘Use Abuse and Dissonance in African Art Traditions’ is zoals blijkt, verre van saai. Het is een divers, wervelend, soms bitter, relativerend en altijd humoristisch verhaal onder auspiciën van de Yoruba-god Ogun, de god van de lyriek, de oorlog en de metallurgie, en zijn tegenspeler Esu, de schalkse god van de verwarring, die er vrijelijk voor zorgt dat alles altijd anders loopt dan je gepland hebt, of verwacht. Soyinka weet met open blik en vol humor de complexe cultuurpolitieke situatie in Afrika te beschrijven en te analyseren, en wat hij zich daarbij toe-eigent is lang niet altijd Afrikaans. Het kan ook om theepot van klei uit Korea gaan, of om ‘Midsummer Night’s Dream’ van Shakespeare. Hij blijft ver van de kinderachtige erfgoeddiscussie, van het is-het-van-jou-of-is-het-van-mij vandaan en besteed zijn kostbare tijd en aandacht aan het maken van een nieuw cultuur(voor)beeld. Met roof van het cultuurgoed was de inspiratiebron opgedroogd. Dan komt Soyinka met zijn gietertje en de grond is weer nat. Het nieuwe begin is ‘Beyond Easthetics’.

Ik raad het boek aan omdat het ‘goed’ is, maar ook omdat Afrika recht heeft op de aandacht van een groter publiek. We missen een helder beeld van de Afrikaanse actualiteit. We hebben geen goed beeld van het intellectuele en creatieve Afrika, open vol contacten met Europa en de VS, maar vooral  met Azië, India, China, Korea. Soms ben ik bang dat door de teruggave-strijd straks ook de laatste echte kennis over Afrika uit Europa verdwijnt, uit angst voor diefstal, uit onverschilligheid, uit onwetendheid. De belangstelling is vaak educatief, niet ‘echt’, maar gefilterd, versimpeld, verkleind… Parels voor de zwijnen?

Saskia Monshouwer
Wole Soyinka, Beyond Aesthetics; Use, Abuse and Dissonance in African Art Traditions, Yale University Press, 2019

cover

Wole Soyinka, De Vertolkers, In de Knipscheer, 1986 (oorspronkelijke titel The Interpreters, 1965)
De roman ‘De Vertolkers’ die ik naar aanleiding van Nobelprijs in mijn studietijd las, is een beschrijving van de mogelijkheden die Afrikaanse jonge mensen hebben als zij in Lagos aan een carrière beginnen. Ook in dit boek is de Orisa, het pantheon Yoruba-goden een leidraad en een metafoor. Het staat voor het huidige Afrika, terwijl het zich, waarschijnlijk juist daarom, ook buiten Afrika in ander culturen bewegen kan.

[1] Bobisa Média

 

top of page