De rit van polakvanbekkum

En ’s avonds wandel ik nogmaals de stad in om twee presentaties bij te wonen. In de Sint Sebastiaanskapel in de Oude Kerk in Amsterdam wordt een film vertoond. De Rit van polakvanbekkum (Esther Polak en Ivar van Bekkum).

Op een dat wist ik dat ik terug moest naar het eiland. Dat ik daar zijn route zou willen  afleggen, van die avond, nu samen, met mij als passagier.

Aldus de uitnodiging. Ik loop er door de stromende regen naartoe. Het donker en ik heb een kleine paraplu en maak mijn eigen kleine tunnel. Rechtuit over de stoep, kriskras door de stad omdat dat sneller is dan wanneer ik een bus of tram naar de Dam neem.  Het is druk, want een uur of zes. Iedereen wil naar huis. Een moeder met een kind voorop schiet vlak voor mij de stoep op: Verdomme! Twee lieve meisje in de breekbare leeftijd schieten op de stoep aan mij voorbij. Dat kan niet anders want voor mij, ook op de stoep staat een Birro-wagentje. Op welke vergunning lift dat mee? Is het een iets te breed uitgevallen overdekte scooter?
Au, zegt het meisje achterop die nog net door mijn schoudertas wordt geraakt.
Ze kijken me verbouwereerd aan. Ik dender door want anders kom ik misschien te laat en het is een kleine vertoning die ik niet wil storen.

Eenmaal bij de kerk maak ik een rondje, omdat ik niet precies weet waar de hoofdingang is. Ik loop door het benauwde straatje langs de ramen van de dames om, bijna op het punt waar ik begon, bij de verlichtte ingang naar binnen te gaan.

Een kleine groep mensen heeft zich verzamelt. Dames. De meeste ouder dan ik. Althans dat denk ik, want ik weet niet meer precies hoe oud mensen me inschatten. Dat ook ik inmiddels iets damesachtigs heb, is me wel duidelijk. Dat is ook de reden dat ik net iets te vaak op jongere vrouwen scheldt: Jaloezie. Dan gaan de deuren naar de kapel in de Grote Kerk open. De ruimte is afgeschermd met een houten schot waarop het filmdoek bevestigd is.

We gaan zitten op de stoeltjes waarop een grijs fleecedekentje ligt, tegen de kou. Ik zet mijn tas neer, haal mijn natte parapluutje eruit, leg het dekentje op mijn knieën. Een verwachtingsvolle stilte, langer dan gebruikelijk dan begint de film. Een sterrenhemel, anders dan ik gewend ben, een weg in grijs. Het is donker. Aan de cijfers in de hoek en het logo begrijp ik dat de techniek door google earth/maps et cetera wordt geleverd. Dan begint de rit een auto start en de stemmen vormen een gesprek. Het gesprek is deels instructief.

Dat we de hartslag horen. Zijn hartslag is rustig, vrij langzaam weet hij van eerdere keuringen. In die wetenschap luister je of je haar hartslag hoort, gaat die wellicht steeds sneller? Omhoog?

Dan raak ik aan het ritme van de auto gewend en kijk naar de sterren. Gaat deze auto niet wat snel denk ik aanvankelijk? Kijk, daar is de grote beer – het steelpannetje voor intimi – de enige sterrenconstellatie die ik ken. Het staat wat schuin. We niet in Nederland zijn maar elders, op een eiland aan de andere kant van de wereld. Soms verandert de sterrenhemel als we een andere kant op gaan. Soms gaan we omhoog, soms gaan we omlaag.

Ben je met de boot naar het eiland gekomen?
Ja.
Was dat niet griezelig?
Nee, het was een snelle boot, niet de veerboot die we destijds hebben genomen.

De rit gaat voort, zo’n plezierige, rustige nachtrit. Mooi, zeker wanneer je geen rijbewijs hebt zoals ik en alleen maar hoeft te kijken. Ik zit niet zo vaak in een auto.

Heb je een rijbewijs, vraagt de stem van de man?
Nee, antwoordt zij, dat heb ik niet.

Wil je stoppen op de plek?
Ja.
Dan zal ik ernaartoe rijden en kan je daar uitstappen.

Ik citeer de zinnen niet letterlijk, want ik weet niet zeker of ik me alles helemaal herinner. Maar de korte gesprekjes zijn wel tekenend voor de sfeer.

Aanvankelijk weet ik niet precies wat ik van deze voorstelling moet maken. Het is een eenvoudig gegeven. Je rijdt mee met een auto en herleefd wat de vrouwelijke stem niet beleefd heeft. Ze was er immers niet bij, oorspronkelijk. Ik hoor Esther Polak over het maakproces vertellen: We hebben opnameapparatuur in de auto geplaatst en aan de deuren buiten. Daarom hoor je wat je buiten zou horen als een auto rijdt, start en bochten neemt. Terwijl je ook het gesprek kan volgen. Daarnaast hoor je de hartslag. Dat zijn verschillende lagen. Het is fascinerend hoe deze concrete opnames samen een verhaal vertellen. Ook de auto is een personage, hoor ik Polak nog zeggen.

Ik sta in de prachtige oude kerk met een kop thee in mijn handen. De prachtige versleten stenen op de vloer, de kroonluchters en het eerbiedwaardige houten plafond met de resten van katholieke beschilderingen. Het is een koopmanskerk met overal de wapens en andere uitbundige sporen van notabelen die iets in de stad en de kerk van doen hebben gehad. De plek waar het niet genoemde ongeluk op het eiland plaats heeft gehad, zou ook zo’n steen kunnen zijn. Een poort.

Ik vroeg me af, zeg ik tegen Esther Polak, of de film voor mensen mét een rijbewijs anders voelt, dan voor mensen zonder. Ook ik heb geen rijbewijs en ben er dus aan gewend dat ik niets kan doen op zo’n rit, behalve genieten en kijken. Zou het voor iemand die de verantwoordelijkheid voor het sturen en autorijden goed kent anders zijn? Misschien wel. Misschien niet, want alle kijkers weten immers dat ze veilig zijn. Ze gaan mee op een rit die gefilmd is. De rit voelt écht, maar is het niet, en misschien denk ik alleen maar aan mijn ontbrekende rijbewijs om de onheilspellende spanning een plek te geven. Je weet immers dat het mis gaat, dat je samen met mensen die nauw bij een ongeluk betrokken waren op reis bent. Het noodlot is onherroepelijk. Het is al geschiedt.

 

De Rit van polakvanbekkum is iedere vrijdag en zaterdag te zien na de reguliere openingstijden van de Oude Kerk. De plaatsen zijn beperkt, per screening is er plaats voor 20 bezoekers. De video duurt 11 minuten. Hieronder vind je de aanvangstijden van de screening. Kom op tijd, want de screening begint stipt.

25 jan – 16 feb 2019, 18.30 uur
22 feb – 2 maart 2019, 19.00 uur

 

 

top of page