Schaamte – een uitdagende expositie in Museum Dr. Guislain in Gent

Misschien komt het omdat ik op dit moment lees in ‘Gargantua en Pantagruel’ van Rabelais waarin schaamteloos gegeten, gevochten en gevreeën wordt, maar in de opvatting van schaamte die in de gelijknamige tentoonstelling in Museum Dr. Guislain in België gehanteerd wordt kan ik me niet helemaal vinden. Schaamte is een wezenlijke menselijk emotie die niet alleen onze beleving kleurt maar ook een grote rol speelt in de structurering van menselijk gedrag. Schaamte komt in vele vormen voor, toch kunnen enkele basale situaties en functies worden onderscheiden.

Er is een vorm van schaamte die te maken heeft met naaktheid en menselijke intimiteit. Dit is een emotie die ik zelf niet uitsluitend als negatief ervaar. Als jong meisje ervoer ik deze schaamte namelijk ook als een vorm van bescherming. Als ik meisjesachtig deed, mijn ogen neersloeg en giechelde was er geen jongen en geen man meer die bedreigend was. Het was een uitstekende buffer om lastpakken op flinke afstand te houden. Écht schamen deed ik me dus niet. In het verlengde van die ervaring heb ik de schaamte van mijn eigen kind – inmiddels volwassen – altijd gerespecteerd. Naast deze basale vorm van schaamte is er een andere vorm die meer maatschappelijk en regulerend is. Schaamte als een vorm van zelfcensuur of als een vorm van straf. Schaamte is dan een emotie die met mislukken en uitsluiting te maken heeft, met ‘niet aan de eisen van anderen kunnen voldoen’. Het is een emotie die je persoonlijk in allerlei situaties ervaren kunt, dan is zij geïnternaliseerd. Soms gaat dat proces ‘buitenom’, dan wordt schaamte als repressiemiddel en straf gebruikt. Het gevoel wordt door anderen opgelegd, geforceerd.

MiroslavTichyZonderTitel
Miroslav Tichy, zonder titel

Hoewel schaamte in alle culturen ter wereld een rol speelt – ook al heeft zij overal nét iets andere door de cultuur bepaalde vormen – wordt daarnaast over ‘schaamteculturen’ gesproken. Dit begrip suggereert dat schaamte in de ene cultuur een grotere rol speelt dan in de andere. Schaamte kan bijvoorbeeld aanhaken bij ambitie. Iets dergelijks kwam ik in studies over de Igbo tegen, de bevolkingsgroep uit Nigeria waar Chinua Achebe over schrijft in ‘When Things fall Appart’. Igbo werden als uitermate ambitieus omschreven. Zelfmoord was een oplossing als die ambitie niet waar werd gemaakt. Op een soortgelijke manier wordt over schaamte in Aziatische landen gesproken. In de tentoonstelling wordt dit complexe gegeven door een sculptuur van de Gao Brothers gemarkeerd, een chocoladekleurige, knielende Mao. Een vreemde en indrukwekkende sculptuur, die je plaatsvervangende schaamte bezorgd. Een 19e-eeuwse zijdeschildering toont het tafereel van een Chinese krijgsheer die om een bloedbad te voorkomen de schaamte verkiest en onder de benen van een vijand doorkruipt.

De tentoonstelling is breed van opzet. Men wil een mondiaal beeld van schaamte en aanverwante gevoelens geven. Die brede opzet is zowel een zwakte als een kracht. Kracht, omdat er veel interessant werk van beroemde en minder beroemde kunstenaar te zien is. Dat maakt een bezoek aan het museum zeer de moeite waard en iedereen zal een eigen kleine compositie van de vele werken maken. Zwakte, omdat het lang niet altijd duidelijk is waarom bepaalde werken in de tentoonstelling zijn opgenomen. Sommige werken heel simpel en illustratief – zoals de foto van Julie Scheurweghs (ongeloofwaardig) en een schilderij van een meisje met vlechten van Michael Borremans (kitsch). Andere werken zijn in de context moeilijk te begrijpen en hun aanwezigheid is aanvechtbaar. Blijft dat ik van het tentoonstellingsbezoek genoten heb.

Mijn beschrijving van de werken waar ik veel plezier in had, begint bij Marcel Duchamp. Voor de expositie viel de keuze op twee werken die ik niet eerder zag: de volledige map ‘Lovers Etchings’ die Duchamp in 1976/77 maakte voor Arthuro Schwarz en ‘Tabliers de blanchisseuse’ een klein werk uit 1959. Beide werken komen uit de collectie van de Antwerpse galeriehouder en Duchamp-kenner Ronnie van de Velde. Om te beginnen bij het laatste: ‘De schort van de wasvrouw’. Het is een werk dat uit twee schots geruite pannenlappen bestaat. Het ene heeft mannelijk, het andere een vrouwelijk geslacht. Zij kunnen naar believen getoond en verborgen worden. ‘Lovers Etchings’ is een reeks van negen prenten op Japans papier gedrukt. De etsen tonen beroemde liefdesparen naar werken van Cranach, Ingres en Rodin. Waren de pannenlappen een fijne speelse afwisseling in de soms zeer serieuze expositie, bij het bekijken van de etsen doorzag ik plotseling het belang van Duchamp’s bijdrage aan de expositie; Vanwege zijn grote interesse voor erotiek en gender vormen schaamte en schaamteloosheid in zijn werk een dominant motief.

MarcelDuchamTablierDeLaBlanchisseuse1959
Marcel Duchamp
Tabliers de blanchisseuse / schort van de wasvrouw, 1959
MarcelDuchampConstructieEtantsDonnes
Marcel Duchamp
Atelieropname van Etant Donnés

Eigenlijk verwijzen allerlei kleinere werken zowel naar het eerste grote werk ‘La Mariée mise à nu par ses célibataires, même (‘het Grote Glas’) uit 1923, als naar het laatste mysterieuze werk ‘Etant donnés: 1° la chute d’eau, 2° le gaz d’eclairage‘. De afbeeldingen op de ‘Lovers Etchings‘, waarop Duchamp met enkele kronkelende lijnen beroemde afbeeldingen van minnaars parafraseert lijkt naar dat laatste werk vooruit te wijzen. Er is sprake van een dubbele betekenis, want zij wijzen in ieder geval ook naar ‘het Grote Glas’ terug. En uiteindelijk hebben beide grote werken met gender, erotiek, voyeurisme en schaamte te maken. Duchamp geeft met zijn verwijzing naar erotiek een serieuze, surreële kijk op de zaak. Zodoende ontstaat er een relatie met enkele andere werken die op de expositie te zien zijn, zoals ‘Tree of Live, Encyclopedia of Bluschings‘ van Patrick van Caeckenberg en de foto’s van Miroslav Tichy, een outsider die met zelfgemaakte box camera’s duizenden foto’s van vrouwen maakte.

Schaamte, erotiek en voyeurisme. Niet voor niets moest je in  ‘Etant donnés’ van Duchamp door twee kleine gaatjes in een houten deur heen kijken om het merkwaardige blote lichaam op dat naargeestige grasveld te zien liggen. Ergens is een water val – 1° la chute d’eau. De vrouw heeft een gaslamp in haar hand – 2° le gaz d’eclairage.  Maar vervolgens wijkt het verhaal sterk van de schaamte af en beweegt het zich in de richting van de beeldende kunst waar kijken een heel andere noodzaak en betekenis heeft. Want hoewel de Bijbelverhalen over Batseba en Suzanna moralistische verwijzingen en richtlijnen bevatten, werden het voor beeldend kunstenaars en schilders vooral verwijzingen naar het kijkplezier die afbeeldingen op kunnen leveren. Wat mij betreft hebben de glurende figuren de Picasso-tekening dan ook niets meer met schaamte te maken. Tichy, daarentegen verdient zijn plek. Er is een relatief groot aantal van zijn foto’s te zien, wellicht uit de eigen collectie outsiders art van het Museum Dr. Guislain, dat onder andere een deel van het voormalige Museum voor outsiders kunst in Zwolle beheert. Tichy doet een poëtisch verslag van een verlegen obsessie.

AnsichtkaartJongenMetEzelsoren

Ambitie, voyeurisme, goede zeden, maagdelijkheid en eer. Schaamte is een complex begrip. En, er is een groot verschil tussen uitgedragen dogma’s en de menselijke ervaring zelf. De grote aandacht die Adam en Eva op de expositie krijgen maakt het er dan ook niet gemakkelijker op. Adam en Eva hebben in de expositie een eigen zaal. Daar hangt een kleine prent van Albrecht Dürer en enkele varianten. Via Duchamp is het schilderij van Adam en Eva door Cranach aanwezig en via de folder het in berenvellen geklede paar van Victor Lagye, die in 1861 twee kopieën van panelen van het van Eyck-altaar in Gent vervaardigde.

Het verhaal van Adam en Eva, is ons Bijbelse verhaal. Het verhaal waarmee de wereld begon, en volgens sommigen de schaamte, waarbij weer anderen de erfzonde zullen benadrukken. Afgezien van het gegeven dat het verhaal veel en verschillende interpretaties kent – er zijn ook varianten die niet tot het christelijke domein behoren –  zijn de humor en ambivalentie van Rabelais en Duchamps veel algemener en universeler zijn dan vaak wordt aangenomen. Niet alleen in de middeleeuwen en niet-christelijke culturen is het ontstaan van mensen en man/vrouw verhoudingen ambivalent! Ook is het verhaal van Adam en Eva niet voor iedereen de meest oorspronkelijke ontstaansgeschiedenis.

Ik had om deze en andere redenen wat moeite met de manier waarop de peniskokers uit Nieuw Guinea en schaamschorten uit Afrika werden getoond. Zij zijn in de tentoonstelling opgenomen vanwege de kerstening van de gebieden: ooit droegen mensen deze attributen, nadat zij gekerstend werden dragen ze deze niet meer. Maar heeft dit met schaamte te maken? Alleen als je er vanuit gaat dat zij ooit ‘schaamteloos’ waren, in de tijd dat zijn schaamschorten en peniskokers droegen misschien?  Wat ik begrepen heb is dat schaamte altijd een rol speelt in het reguleren van man/vrouw verhoudingen en seksualiteit, altijd een rol speelt in sociale verhoudingen. Maar wel in heel verschillende vormen voor kan komen. Die veronderstelde situatie van schaamteloos naaktlopen (naturisten) en / of grenzeloze seksualiteit (ontremden) heeft nooit en nergens als samenlevingsvorm bestaan. Alle culturen en samenlevingsvormen kennen regels, alleen hele arme mensen, sloebers, verschoppelingen, mensen in uitzonderingssituaties kennen die niet.

PatrickVanCaeckenberghTreeOfLife    
Patrick van Caeckenbergh
Tree of Life: Encyclopedia of Blushings

De plek van de etnografica en ansichtkaarten met vrouwen met blote borsten verbaasde me dus. Er waren echter ook series ansichtkaarten te zien die ik heel bijzonder vond. Vooral die met de kinderen met ezelsoren op. Ik weet niet in welke traditie zulke ansichtkaarten staan. Vond men het gewoon leuk om plaatjes met ondeugende kinderen te versturen? Was het een bruut grapje of een vingerwijzing? In ieder geval is de ezel een bijzonder symbool dat aangeeft hoelang de echo van specifieke tradities soms doorklinkt. Vanwege Rabelais en Mikhail Bakhtin moet ik denken aan het middeleeuwse ‘Feast of the Ass / Fête de l’âne’ dat gevierd werd op de dag van de uittocht uit Egypte (14 januari, meen ik) en aan ‘de Gouden Ezel’ van Apuleius. De ezel als symbool voor ontucht, de ezel als symbool voor domheid. Foei, je moet je schamen! Voor straf wordt je te kijk gezet.

Of schaamte inderdaad uitsluitend met kijken en zien te maken heeft, is de vraag. Het heeft in ieder geval alles te doen met verborgen houden en openbaren, met het opheffen van de buffer tussen openbaar en privé. Die wat abstractere formulering helpt om het gevaar van Facebook te doorzien. De dreiging gaat niet uitsluitend uit van het zichtbaar zijn, maar vooral van de openbaarheid. Als die te groot wordt kan dat voor mensen bedreigend zijn. Daar kan geen coming out tegenop, want ook de coming out is op de expositie vertegenwoordigt met mooie sterke foto’s uit Afrika. Maar ook hier, ondanks de mooie foto’s vind ik de uitleg onvoldoende en de aanwezigheid vervreemdend. Want ook de agressieve manier waarop samenlevingen met sommige gendervariaties en liefde omgaan heeft niet perse met schaamte te maken, maar met trots zijn op jezelf. Misschien had het geholpen als de indeling van de expositie net iets strakker zou zijn geweest, zodat je het verloop van schaamte naar emancipatie, van schaamte naar eer, schaamte en domheid, schaamte en straf wat beter had kunnen volgen.

Maar gewoon rondlopen door een zeer uitgebreide tentoonstelling met prachtige kunst heeft ook z’n charme. Er was overigens nog één versie van schaamte waar ik zeer door werd geraakt. Deze vorm werd door de foto’s van Boris Mikhailov vertegenwoordigt. Zij tonen de schaamte, maar vooral de schaamteloosheid van mensen die in volledige armoe leven. Hij toont wat er gebeurt als iedere beschaving door drank en isolatie verloren gaat. Dan is er geen cultuur meer, dan is alles op en kapot. Wat blijft zijn arme zielen die zich met moeit in leven houden.

BorisMichailkov
Boris Mikhailov, foto

Schaamte, Museum Dr. Guislain, Gent
31 oktober 2015 t/m 29 mei 2016
Met werk van o.a. Chantal Akerman, Francis Alys, Michael Borremans, Robert Capa, Berlinde de Bruydkere, Jim Dine, Marcel Duchamp, Tracey Emin, George Grosz, Gert Jochems, Paul McCarty, Boris Michailov, George Minne, Pablo Picasso, Auguste Roden, Felicien Rops, Miroslav Tichy, Philippe Vandenberg, e.a.
De tentoonstelling is samengesteld door conservatoren van het Museum Dr. Guislain en Paul Faber -voormalig conservator Tropenmuseum Amsterdam

top of page