75.

Marc Nagtzaam 22
Marc Nagtzaam,  Zeichnungen / An Index of Notes / Jpeg / Variable dimensions / 2019 – ongoing

Dinsdag 28 april 2020
Twee meisjes lopen over straat.

Eerst over de stoep, dan steken ze dwars het grasveld over waarop enkele jonge bomen staan. Die zijn nog niet zo lang geleden geplant, werden op kleine wagens met open laadbak naar de wijk gereden, hun kluiten in netten, en voorzichtig in de daarvoor met de hand gegraven kuilen geplant. Naast de boom staat een paal, even dik als de stam. Met een zwarte rubberen band zijn boom en paal aan elkaar geketend. De band maakt een lus als een acht. Ze zullen op gezette tijden water krijgen. Om de sapstroom op gang te brengen, zeggen de mannen. Ze stoppen een dikke waterslang in een soepele grijze buis die naast de boom uit de aarde steekt.

De meisje steken het veld schuin over en lopen in de richting van de flat. Dat niet alle bomen aanslaan kan je goed zien. Bij de ene boom is het blad wat kleiner en wat geler dan bij de andere, een beetje schraal zijn alle bomen. Eenzaam op het lege veld. Het gras is dor en afgetrapt.

Twaalf verdiepingen tellen de flats. Een rij van vijf die een muur vormt tussen de stad en de velden. Garages aan de grond, veertig vóór, veertig achter, en in het midden naast het fietsenhok een entree. Daarachter de betegelde hal met de honderden naamplaatjes en bellen. Als de SRV-man komt, een man in een blauwe stofjas, staat hij voor het grote bord en duwt hij met twee handen op twee rijen bellen. “De SRV-man! De SRV-man!” het galmt door de hallen. Als ik jaren later door de Bijlmer loop, hoor ik in de leegte uit een lage nieuwe flat een stem. Het galmt uit de speaker en weerkaatst op de tegels. “Wie is daar?”

De meisjes naderen de flats. Het regent zacht. De lucht is grijs en wordt zo nu en dan gebroken door een zonnig blauw, een intermezzo. Ze lopen dicht naast elkaar en hebben gymschoenen aan. Die worden stoffig en ook nat. Er vormen zich vuile strepen.

De flats werpen geen schaduwen. Daar is te weinig zon voor. Wel flitst er zo nu en dan een raam, als één enkele straal het glas weet te raken. Dan zijn de structuren weer grijs. De aluminium relingen met hun ronde spijlen, die van veraf een beetje van zilver lijken en van dichtbij met een dunne zwarte roet laag bedekt zijn. Het is nét versteend fluweel. Daarachter de vele ramen: het grote van de woonkamer, twee kleine van de zijkamers, daartussen de glazen deur. De zon gloeit weer even op en ketst tegen de ramen. De wolken schuiven weer dicht.

Donkerblauwe viltstift de lucht. Een beetje droog zodat de stift stoffige lijnen trekt. De groene viltstift voor het gras. Ze zet kleine streepjes om het oppervlak te vullen. Het ene meisje heeft lange haren. Die van het andere meisje zijn kort. Op de tekening draagt ze een rokje en een grote paraplu. Dan schrijft ze wat en denkt aan een lied en een ritme.

Het regent nog steeds maar de grond aan de zoom de huizen is droog, en de bomen zoeken naar water. Toch is het fijn dat ze weer groen zijn. Zoveel, ontelbare kleuren groen: kikkergroen, komkommergroen en legergroen, coniferengroen en bijna zwart als houtskoollijnen,  jagersgroen, lichtgevend groen, kopergroen en bruin rood geaderd. De bloei van de prunussen is voorbij. Nu bloeit vooral de meidoorn. Ik houdt van haar blad en haar stekels en voel de druppels op mijn vel. Mijn haren worden vochtig. Ze zullen een beetje gaan kroezen, maar drogen ook vanzelf weer op. En Route 76.

 

EN ROUTE is een experiment waarin herhaling centraal staat. Het is een onderzoek naar de flexibiliteit van taal en de flexibiliteit van de waarneming. Hoe komen schrijven en (voort)bewegen samen als je steeds dezelfde routes neemt? index

 

 

top of page