107.

Stephan Keppel 2020 09
Stephan Keppel – Soft Curve /Circular Act. Amsterdam 2019 – 2020. Formaat prints 78 x 114 cm.

Zaterdag, 1 augustus 2020

Wandeling door het Vondelpark. Drentelen. Verdwalen. Alle kronkelpaden nemen zodat het voelt alsof je verdwaalt op een terrein dat je goed kent. Het valt je nu pas op dat er zoveel verschillende groepjes moerascipressen staan. Niet alleen op het grote veld, in de buurt van het beeld van Picasso. De plek waar je altijd langs fietst en de bomen dor zag worden. Eerst oranje, toen bruin. Terwijl de grond onder de bomen oranje kleurt. Maar op meerder plekken langs het water. Al kronkelend ziet het park er dus anders uit.

De structuur is als volgt: Meerdere grote plassen met en zonder fonteinen: De fontein bij het kruispunt waar het oude park aan het nieuwe park grenst en het Melkhuis staat; de fontein die als je langsfietst zo geweldig schittert in het tegenlicht; de vijver met de fonteinen vlak achter de rozentuin.

De vijvers hebben prachtige oevers. Met treurwilgen als zwierende lange damesrokken en veel groot hoefblad, valeriaan, riet met sigaren en met pluimen, wilde zilveren wilgen. De oevers zijn breed en vol. Het water is donker met witte pluizen en tussen de begroeiing van de oevers het lichte weide groen.

Wanneer je op de plassen of vijvers let, zie je ook de groepjes moerascipressen staan. Soms nog tamelijk jong. Dan valt het niet zo op hoe mooi ze zijn en hoeveel schaduw en contrast ze bieden in het park. (Het park is vooral heel erg licht, de plekken onder de cipressen is schaduwrijk en donker. En behalve de groepjes moerascipressen valt nu ook de afwisseling van dichtbegroeide stukken park, zwarte aarde onder de bomen en de open graslanden op.

Voor het eerste kijk je ook naar de mensen.
Naar de muzikanten. Het zijn er deze zaterdag in ieder geval drie: Een man die op een groene bank zit over zijn citer gebogen – mooie klassieke muziek. Hij draagt een versleten zwart t-shirt en heeft lang haar. Naast hem een leren tas waarin hij zijn instrument vervoeren kant; Een man zit aan de waterkant, verborgen achter de struiken en speelt klarinet. Een klein meisje, kleuter nog, blijft staan en kijkt. Geflankeerd door haar ouders die even wachten, maar ook ongeduldig zijn. Ze is oprecht gefascineerd door de speler en het geluid. De man die zich verstopt heeft. Hij draagt een grijze pet, zie je in het voorbijgaan; Een man die gitaar speelt en zingt.

In de ijzeren koepel wordt geoefend. Er vind een popconcertje plaats. De stem van de vrouw schalt door het park, maar niet zo hard dat je haar overal kunt horen.

Je kijkt naar het meisje dat haar esoterische tekeningen verkoopt, van aliens die iets metaforisch zijn en doen.
Je kijkt naar de mensen die feest vieren, in ieder geval drie, vier groepjes. Ze hebben de ruimte waar zijn zich bevinden met touwen vol vlaggetjes afgezet. Een familie ergens aan de zijkant van het park. Ze zitten op het gras en letten op de kinderen; Een groepje mensen die de gay pride vieren. Eén meisje in een rode jurk, verder allemaal mannen.

En tegen het hondenveld aan een derde groep mensen, een kinderfeest lijkt het wel; Eigenlijk is het vrij rustig in het park. Gelukkig gaan er geen vliegtuigen over. Er zijn aardig wat toeristen, maar niet al te veel. En Route 108.

EN ROUTE is een experiment waarin herhaling centraal staat. Het is een onderzoek naar de flexibiliteit van taal en de flexibiliteit van de waarneming. Hoe komen schrijven en (voort)bewegen samen als je steeds dezelfde routes neemt? index
top of page