51.

Stephan Keppel 2020 08
Stephan Keppel – Soft Curve /Circular Act. Amsterdam 2019 – 2020. Formaat prints 78 x 114 cm.

 

Woensdag 19 maart 2020

De kleine roller-coaster van een epidemie. Het betekent dat ik mijn plan moet bijstellen en ik denk na. Het was natuurlijk de bedoeling om de routes te beschrijven die ik iedere dag loop of fiets. Een eenvoudig uitgangspunt en een streven dat wat complexer is; via die dagelijkse gang door het verkeer zou ik mezelf doen verdwijnen. Ik zou oplossen in de beschrijvingen die ik geef, want niet IK ben het onderwerp van deze teksten maar mijn bewegen en de omgeving. BUITEN. Zou een dergelijke beschrijving mij meer vertellen over mijzelf? Over lichaam, denken, functioneren?
The prehistoric painted the movement of his drives by imitating his doubles, the bison and horses running, but did not paint himself; nothing but gestures without ‘oneselves’, graffiti, abstract and rough sketches, often completed by negative and positive hands, Lees ik  in een essay van Julia Kristeva over moederschap.

Vanwege de epidemie, dat ongrijpbare ding dat overheden, koningen, radiolui, mediamensen, minister-presidenten en hun partners tot helden maakt, kan ik op straat niet meer verdwijnen. Het lukt niet, het is er te druk. Te veel mensen willen chroniqueren, op de sociale media en daarbuiten de tijdsgeest opvangen, de geschiedenis registreren. Te veel mensen nemen de routes op de tijden die normaalgesproken rustig zijn en alledaags, ongezien bleven als alles druk was. Buiten is buiten niet meer, het is…het is…

De afgelopen week maakte ik dezelfde routes.
De eerste dag de route langs de Sloterplas. Via het Vondelpark in de richting van de rand van de stad: de jaren vijftig flat tegenover de grote fonteinen, dan de galerijflats. Het is prachtig weer de lente zet door, evenals de aangename  rust bij het oversteken. Op de fietspaden is het nog steeds vrij druk, en de stilte heeft vooral als gevolg dat er nog meer tegen het verkeer in wordt gefietst, en mensen met een elektrische fiets nog minder rekening met je houden.

De tweede dag de route achter het Olympisch Stadion langs in de richting van Buitenveldert en het Amsterdamse Bos. Ik ben daar afgelopen zondag geweest en heb het in ombouw en afbraak zijnde gebouw van Aldo van Eyck bekeken. Het buurtje achter de VU bij de Ziekenhuis Hortus is rustig als altijd. De bomen komen langzaam in bloei, de struiken zijn groen en de vele coniferen dragen de felle zweem van frisse nieuwe uiteinden. Ik sta voor een laat Rietveldhuis, pedant van het Joods Cultureel centrum dat ook in het buurtje staat. De tuin, één van de laatste wilde jaren zeventig tuinen, is opgeknapt. Bij de buren waar al gerenoveerd is, glinsteren de witte grindtegels. Ik fiets niet verder Buitenveldert in.

De derde dag – vandaag – een route in de stad. Tussen de huizen door, Bellamyplein, Jan Pieter Heijenstraat. Dan de merkwaardige verbinding die de Witte de Withstraat in Amsterdam is. Ze verbind twee uitgaande tweebaanswegen, drukke straten (radialen?), is boomloos en altijd tamelijk stil. Nu nog stiller. De zon lijkt te schijnen. Niet de stilte is vreemd, maar de drukte waar ook sprake van is. Je zou verwachten dat het stiller zou zijn, veel minder mensen op straat, maar het zijn er tamelijk veel. Misschien wel meer dan toen het autoverkeer nog druk was: Jonge mensen nu niet naar school gaan, maar hangen en broodjes kopen en met volle kopjes koffie lopen, en ouderen met honden en grote boodschappentassen. Het is…Het is… socialer? Het is lente en iedereen heeft vrij. Niemand loopt alleen, behalve joggers met het een of het andere audioapparaat op hun kop.

Het autoverkeer is afgenomen, daardoor vallen andere zaken op: Dat er vooral hele dure auto’s de stad ingaan, oldtimers, en SUV’s. De bouw ligt stil als het om grote verbouwingen gaat. De kleinere verbouwingen, waar vaak mannen met een Volendams uiterlijk bij betrokken zijn, gaan door. Ik zie vrachtwagens rijden en wagens die shovels vervoeren. Ze rijden harder dan ooit. Ik zie de dikke glanzende auto’s van de types die de zaken aannemen. Ik zie de busjes en de steigers. Soms zijn er geen werklui te zien, meestal wel. Op de trappen in de diepe afgronden van de plek waar de nieuwe fundamenten moeten komen. Behalve werklui en rijke lui met grote auto’s vooral veel politie, ook in het Vondelpark. waar zouden ze bang voor zijn? En Route 52

 

EN ROUTE is een experiment waarin herhaling centraal staat. Het is een onderzoek naar de flexibiliteit van taal en de flexibiliteit van de waarneming. Hoe komen schrijven en (voort)bewegen samen als je steeds dezelfde routes neemt? index
top of page