92.

Marc Nagtzaam 32

Marc Nagtzaam,  Zeichnungen / An Index of Notes / Jpeg / Variable dimensions / 2019 – ongoing

Woensdag 27 mei 2020

Gisteravond bij open raam hoorde ik het vertrouwde ge-skreeek van de gierzwaluwen. Ze zullen me nu nog een maand of twee bij mijn dagelijkse wandelingen begeleiden.

Ook vanochtend. Het is weer windstil en stralend. De lucht blauw. De bomen groen. Ik vergeet steeds te noteren wat ik gisteren aan grofvuil heb gezien: twee planken van tropisch hardhout, op twee plekken laminaatparket, gebruikt en verspreid over de straat. Bij de ene locatie goedkoop en licht bij de andere locatie donkerbruin. Er stond een eenvoudige bureaustoel tussen de auto’s met een rode stoffen zitting. Opvallend was het bundeltje stelen dat ernaast was gelegd, iets voor een zeem en een trekker, iets voor een mop, iets voor een bezem. De stelen waren van aluminium en plastic met blauwplastic doppen afgewerkt.

Ik loop verder. De kapper groet me vanachter zijn gele vazen. Hij doet de boekhouding. En o ja, dat was ik vergeten ik zag gisteren ook nog een paddenstoelvormig krukje op straat, bekleed met namaakleer, de steel was wit, de zitting rood gecapitonneerd met witte knopen.

Het is druk er is veel vrachtverkeer en ik ga vandaag binnendoor, door de smalle straat met hoge huizen met aan twee kanten acacia’s. Het is een corridor die me veilig en warm naar de verte leidt. Eerst langs het huis wat nu al zeker zes maanden leeg staat, en waar aan de kelder wordt gewerkt. De funderingsfirma voor de deur. Ik kan de mannen niet zien. De schutting is gesloten. Maar ik weet dat ze al gevorderd zijn. Ik hoor een man fluiten achter het hout. Het grote gat is al gedicht, er is een verdieping gebouwd. Boven de schutting prijkt een nieuw raam. Nog steeds zijn de hekken en de container aanwezig.

De deur van de garage naar de nieuwbouw woning staat open. Er komt een man naar boven. In de straat om de hoek is het stil. Rechts de smalle spleet waarin de steiger werd opgebouwd. Er is een metalen rooster aangebracht om toegang te voorkomen. De zwervers hebben hem open gekrikt. Dan langs de oud-ijzer-man. Zijn spullen in een fietskar op straat: oude ijskasten, en stalen kantoormeubelen, kleurrijke kinderfietsen, planten en plantenbakken. Twee huizen verderop een klein metalen zitje, daar woont een man die zo nu en dat een psychose heeft en dan schreeuwend uit het raam hangt. Over het algemeen is hij rustig en tamelijk vriendelijk bovendien.

Op de hoek bij het huis waar naar ik vermoed een hotel gevestigd is, werd een steiger opgebouwd. De gevel is verstopt achter blauw gaasdoek. Er wordt nog niet (of niet meer) gewerkt. Ik steek over en ga de supermarkt in. Dan loop ik verder langs de scholen en het plantsoen vol melkdistels. Het is wel fijn dat ze in dat stukje grond, met een ouderwets laag metalen hekje niets doen. Er staan wat verwaarloosde rozen die nooit werkelijk aan zijn geslagen. Langs de sympathieke cateraar en het café. Het pak stenen dat over was en voor de deur stond bij de mensen die hun tuin verwijdert hebben is verdwenen. Het pleintje is rustig. En Route 93.

EN ROUTE is een experiment waarin herhaling centraal staat. Het is een onderzoek naar de flexibiliteit van taal en de flexibiliteit van de waarneming. Hoe komen schrijven en (voort)bewegen samen als je steeds dezelfde routes neemt? index
top of page