Into The Big World, een mooie voorstelling van David Weber-Krebs in de Brakke Grond

In de nacht van de Maagdenhuisbezetting (woensdag 25 feb.’15) zie ik in de Brakke Grond in Amsterdam een mooi toneelstuk dat over objecten en beschrijvingen gaat, over woorden en dingen, kennis en wetenschap: Into the Big World van David Weber-Krebs. Ik ben enthousiast en vind eigenlijk dat iedere jonge museummedewerker dit stuk zou moeten zien, de oudere misschien ook maar die zullen nét iets meer kritiek en eigen aanvullingen hebben.

itbwbigforweb-530x373

Ik neem mijn camera mee om als dat onopvallend kan wat foto’s te maken en bij het wachten tot de voorstelling begint, fotografeer ik wat werken van de HiskShow, een tentoonstelling met werk van studenten uit de van het Hoger Instituut voor Schone Kunsten (Hisk) in Vlaanderen. Net zoals in Marres Maastricht gaat het om kunst van jonge mensen, mooi maar schetsmatig, soms bijna onaf. Een lichtbak met een foto van een zwarte glimmende schoen (prototype for secondary school van Liudvikas Buklys – 2014) vormt een vrolijk Dada-esk element in de gang.

Zo fragmentarisch als sommige werken in de tentoonstelling zijn, zo compleet is het theaterstuk. Het overstijgt betweterij en misverstand; is even geruststellend meditatief als verontrustend en opwindend. Fotograferen is niet aan de orde, want er is meer te beluisteren dan te zien, meer te ervaren dan te registreren en weer te geven. Katja Dreyer en Noha Ramadan, twee actrices, bevinden zich op een leeg toneel. Aan het begin van het stuk duiken ze op uit het donker. Het publiek heeft dan al enkele minuten in een donkere zaal gezeten, naar lichten gekeken en geluiden gehoord. Tegen het einde zullen de actrices verdwijnen, terwijl hun stemmen schallen over een volledig witte en fel verlichte toneelvloer.

S6003127

Luisterstuk & ervaringsspektakel
Dreyer en Ramadan sommen op. Het begint bij het gras en de planten, paddenstoelen roze en wit, bruin en zwart, met en zonder steel, met een korrelige droge structuur, met een slijmerige hoed; in hun beroep op de zintuigen zijn de beschrijvingen direct en concreet. Ik herinner me dat in een beroemd boeken over vissen dat in de bibliotheek van het Teylers Museum aanwezig is, zelfs de smaak van de vissen wordt benoemd. De vrouwen gaan door met de amfibieën en beschrijven een kleine licht groene kikker – ik denk aan de glanzende blauwe kikkertjes in de vlindertuin van Artis die de hoge fluittoon produceren die je onmiddellijk opvalt als je de ruimte betreedt – noemen dan de citrusvruchten die met handgebaren worden aangeduid: de sinaasappel, citroen, de tamarinde die ook in de Artis vlinderkas te vinden is. Dan volgen de bessen, klein, groter, donkerpaars, lichtgeel, rood. Ik zie het kleine gidsje voor me met bekroonde illustraties dat thuis in de boekenkast staat; de planten op kleur gerangschikt. De woestijnen van Australië, Antarctica, de continenten, de reptielen, skinken, hagedissen, slangen en landzoogdieren, de vissen en zoogdieren in het water. De actrices sommen op. Hun stemmen helder. Hun lichaamsbewegingen zorgvuldig gekozen, beheerst.

Dan kantelt het stuk. De moderne wetenschappen worden opgesomd, biologie, zoölogie, sterrenkunde, het neemt het hele tweede deel in beslag. De actrices verdwijnen van het toneel, een zachte menselijke schemer en plezierige lampengloed wordt scheller. De stemmen van de vrouwen klinken uit microfoons vanachter het toneel. Er vindt een ‘kunstmatige’ verdubbeling plaats. Er is sprake van een echo, de stemmen zijn goed te verstaan. De aarde wordt verlaten. Van onmetelijk groot het heelal tot heel erg klein de moleculen en alles wat kunstmatig is, plastic, planten uit plastics, machines. In het gesprek met het publiek dat na de voorstelling plaatsvindt, zal Weber-Krebs uitleggen dat eerste deel kennis betrof van ruim tweehonderd jaar geleden, terwijl het in het tweede deel over moderne en hedendaagse kennis gaat. De vroege kennis is concreet. Zintuiglijk, voeg ik toe. De huidige kennis is veel vaker een projectie. Maar waarschijnlijk kan je het ook een reflectie noemen, een weerspiegeling van de kennis op het oppervlak van de werkelijkheid. De stemmen klinken samen nog steeds wonderlijk mooi.

encyclopedic-palace-venice-biennale-2013-palazzo-enciclopedico-marino-auriti-cover

De wereld een museum
Het is niet moeilijk te vatten waar het stuk over gaat: over woorden en dingen, beschrijvingen en wetenschap. Over dit onderwerp is ongelooflijk veel te zeggen. Dat maakt het stuk van Weber-Krebs zo knap. Het had heel gemakkelijk mis kunnen gaan, want waar leg je de grens? Wat is je boodschap? Ben je bang voor natuur en techniek, ben je trots op het geheel? Het stuk van Weber-Krebs is bovenal een weergave. Geen (semi)religieus optimisme in het eerste deel, wat zich daar uitstekend voor leent; geen modern pessimisme in het tweede; maar ook geen dada-veel, geen Marino Auriti, geen encyclopedisch paleis. [1] Wel een ritmisch, muzikale uitvoering met het museum met als uitgangspunt.

Weber-Krebs vertelt hoe het stuk is ontstaan. Zo’n jaar of vijf geleden, in 2010, deed hij mee aan het project The object lag van curator Emily Williams in De Nieuwe Vide in Haarlem. Om onderzoek te doen verbleef hij twee maanden als artist in residence in het Teylers Museum. Onder de indruk van de museumbibliotheek, de prachtige boeken met hun lange ritmische titels maakte hij het stuk Throug Teylers: een actrice las een opsomming voor, terwijl zij door het museum liep, van de woning van de directeur naar de bibliotheek. Die performance ligt aan de huidige voorstelling ten grondslag.

Lijsten en opsommingen zijn niet alleen wetenschap. Ze zijn ook muziek en literatuur, ze zijn mooi: Umberto Eco schreef er een boek over, dat helaas niet meer te krijgen is. [2] De verwijzing van Foucault in de inleiding van Les Mots et les Choses naar een opsomming in een verhaal van Jorge Louis Borges wordt niet voor niets uit ten treure aangehaald. Maar Weber-Krebs weet hoe hij van een theoretisch onderwerp een goed toneelstuk maakt. Hij heeft een feilloos gevoel voor concepten. Hij experimenteert en schaaft, onderzoekt en werkt: Voor dit theaterstuk deed Marie Urban onderzoek, Weber-Krebs schreef en redigeerde, de performers vijlen mee, en in zeker opzicht is zelfs zijn bijdrage aan de tentoonstelling Foreign Exchange (2014) in het Museum der Weltkulturen in Frankfurt aan Into the Big World gerelateerd. [2] Het resultaat is helder. Het besef dat eruit voortvloeit meerledig en divers.

Dáárom las ik Adalbert Stifter, dacht ik bij het horen van het eerste deel; vanwege het meditatieve, repetitieve effect van uitvoerige beschrijvingen: marmersoorten, planten, kennis over bomen en bloemen, vruchten, aardlagen, archeologie, middeleeuwen, kunst. De jongeman die in Nachsommer zijn opleiding voltooit om te kunnen trouwen, denkt dat de wereld een groot museum is, één groot Naturhistorisch Museum, zoals dat wat later in Wenen zou worden gebouwd, en een klein beetje catechismus. Dat laatste denk ik wanneer ik weet krijg van Jan Floris Martinets, Cathegismus der Natuur, een achttiende-eeuws leerboek dat tot ver in de negentiende eeuw op scholen werd gebruikt. De wereld van Adalbert Stifter is kunstmatig en perfect; behelst daardoor tegelijkertijd een dreiging.

Piepende brandmelders in lege gebouwen
Tijdens het gesprek achteraf stellen de veelal jonge bezoekers enkele vragen, over de dramaturgie en de beweging bijvoorbeeld: hoe vulde je de ruimte? Maar de meesten proberen in het tweede deel een dreiging of waarschuwing te lezen. In zijn antwoorden wijkt Weber-Krebs uit.
“Kijk”, zegt hij, “je kunt het beschrijven van de wereld als een vorm van koloniseren beschouwen. En als je dan over het kantelpunt in het stuk spreekt, verwijs ik eigenlijk naar 1969, het moment dat een mens de eerste foto van de aarde maakt vanaf de maan. De aarde verschijnt als ‘blue marble’. Het is een bijzonder moment, want met die eerste vluchten naar de maan wordt de kolonisatie van de aarde in zeker opzicht afgerond. Het kijken veranderd. We relativeren en zien iets nieuws.”

Die nieuwe beelden leiden ook tot films realiseer ik me. De intro van de film  Contact van Robert Zemeckis is een drie minuten durende bewegende scene die ergers in de ruimte begint, langs meerdere planten loopt en eindigt op de iris van Jodie Foster op zoek naar buitenaards leven. Die opening werd klassiek, mede vanwege de documentaire waarop zij was gebaseerd: Powers of Ten (1977) van Charles en Ray Eames, destijds het langste computer gegenereerde effect in een film met echte beelden. En zo gaan de vele associaties en het denken in abstracties voort.

Soms wordt het een of ander weer concreet: Waar haalde je de geluiden vandaan die we in het donker hoorden, vraagt iemand uit het publiek? Ik denk terug aan de mooie entree. Het fluwelen donker in de zaal dat om overgave vraagt. De lampen die aangaan en meteen op flikkerende sterren lijken. Het geluid. Wat zacht gekras en dan gepiep. Het blijken opnames te zijn uit lege gebouwen die in enkele Chinese spooksteden staan; het zijn brandmelders die piepen als de batterijen leeg zijn.

David Weber-Krebs
Into the Big World
25, 26 februari 2015 De Brakke Grond Amsterdam
performers: Katja Dreyer, Noha Ramadan

[1]
Op de Biënnale van Venetië van 2013 nam curator Massimiliano Gioni een werk van de Italiaans/Amerikaanse volkskunstenaar Marino Auriti als uitgangspunt; De maquette van een gebouw waarin alle kennis van de wereld zou worden ondergebracht. Hij ontleende de titel van de centrale tentoonstelling aan dit werk: Il Palazzo Enciclopedico (The Encyclopedic Palace).

[2]
Umberto Eco, De betovering van lijsten, de kunst van het verzamelen, uitgeverij Bert Bakker, 2011

[3]
Het tijdschrift Tribal besteedde aandacht aan de tentoonstelling Foreign Exchange.

 

 

top of page